H04 Verzekeren, studeren, sparen en lenen

H04 Verzekeren, studeren, sparen en lenen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H04 Verzekeren, studeren, sparen en lenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzekering 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de wet 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekering 
Verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is van de geleden schade.

Sommenverzekeringen 
Een sommenverzekering is een verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is vanaf het moment dat verband houdt met het leven of sterven van een bepaalde persoon. 
Levensverzekeringen zijn altijd een sommenverzekering

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Team-opdracht
Schrijf zoveel mogelijk verschillende verzekeringen op die gezinnen kunnen hebben
timer
2:30

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeringen

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekeringen voor personen
  • Autoverzekering 
  • Opstalverzekering (huis of ander gebouw) 
  • Inboedelverzekering (alles wat zich los in huis bevindt)
  • Aansprakelijkheidsverzekering 
  • Rechtsbijstandsverzekering (hulp bij juridische geschillen) 
  • Reis- en annuleringsverzekering 
  • Zorgverzekering basis (verplicht) en aanvullend (vrijwillig) 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoverzekering 
  • Wettelijke aansprakelijkheid verzekeren (WA-verzekering) is verplicht. Hiermee is de schade die je aan een ander toebrengt verzekerd
  • Met beperkt of volledig casco dekking is de schade aan je eigen auto verzekerd
  • De premie voor je verzekering is afhankelijk van type auto (merk, gewicht), woonplaats, aantal kilometers per jaar en aantal schadevrije jaren. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoverzekering: bonus-/malus 
start
  • Start nieuwe verzekering in trede 2 
  • Na 1 jaar 
    schadevrij kom je in Trede 3 
  • In het 2e jaar
    krijg je 15 % korting op je premie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekeringen voor bedrijven
  • Brandverzekering
  • Transportverzekering (imaginaire winst meeverzekeren ?)
  • Bedrijfsschadeverzekering (imaginaire winst meeverzekeren ?)
  • Kredietverzekering (kredietlimiet/ politiek en/ of commercieel risico?)
  • Productaansprakelijkheidsverzekering
  • Aansprakelijkheidsverzekering
  • Rechtsbijstandverzekering

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 4.1 + 4.2 a t/m d   maken 
Klaar? Begin vast met opgave 4.3
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken opgave 4.2 a t/md

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening verzekeringskosten

Premie

Poliskosten +

Totaal

Assurantiebelasting 21% +                 

Verzekeringskosten

€ 37,00
€   5,25
€ 42,25
€   8,87
€   51,12

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen schade-uitkering 
  • Te gebruiken bij o.a. opstal-, inboedel-, brand- en bedrijfsschadeverzekering 
  • Op de polis staat het maximale bedrag waarvoor je verzekerd bent
  • Het kan zijn dat je voor een te laag of te hoog bedrag verzekerd bent
  • De schade-uitkering door de verzekeraar berekenen we met de formule 

schade-uitkering =                                                  
x schadebedrag


  • De uitkering kan nooit meer zijn dan het schadebedrag en maximaal tot het verzekerd bedrag
verzekerd bedrag 
 gezonde waarde

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen schade-uitkering 
schade-uitkering =                                        x schadebedrag


                                        verzekeringsbreuk
                                       > 1 = oververzekering 
                                       < 1 = onderverzekering 

                                       

verzekerd bedrag 
 gezonde waarde
Risico op onderverzekering kan voorkomen worden met dekking premier-risque

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen schade-uitkering 
schade-uitkering =                                        x schadebedrag


                                        verzekeringsbreuk
                                       > 1 = oververzekering 
                                       < 1 = onderverzekering 
                                       

verzekerd bedrag 
 gezonde waarde
De waarde van het verzekerd object bijv. je huis direct voorafgaand aan de schade
(je krijgt niet alle schade vergoed)
(je krijgt schade volledig vergoed, maar je hebt meer premie betaald dan nodig) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ferry heeft brand gehad in zijn winkelpand, de schade bedraagt
€ 80.000. De verzekerde som op de polis bedraagt € 200.000.
De gezonde waarde van het winkelpand bedroeg direct voor de schade
€ 250.000 .
Bereken de schade-uitkering die Ferry zal ontvangen van de verzekeraar.
timer
2:30

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen schade-uitkering 
Ferry heeft brand gehad in zijn winkelpand, de schade bedraagt
€ 80.000. De verzekerde som op de polis bedraagt € 200.000.  De gezonde waarde van het winkelpand bedroeg direct voor de schade  € 250.000 . 

schade-uitkering =                                    x schadebedrag =             x 80000 =64000


(Verzekeringsbreuk < 1, er is sprake van onderverzekering)

verz. bedrag                                 200                    
gez. waarde                                  250

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten sommenverzekeringen
  • Overlijdensrisicoverzekering
  • Compagnonsverzekering: overlijdensrisicoverzekering voor vennoten in een VOF zodat bij overlijden van de één de ander een uitkering ontvangt waarmee aandeel overledene in de onderneming gekocht kan worden van erfgenamen
  • Pensioenverzekering: keert aanvulling inkomen uit na pensionering, wordt afgesloten door werkgever
  • Lijfrenteverzekering: keert tijdelijke of levenslange aanvulling inkomen uit na pensionering, wordt individueel vrijwillig gesloten. Betaling via premie of in één keer (tegen koopsom)

  • AOW, pensioen en lijfrente bespreken we uitgebreider bij de behandeling van hfst. 7

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten sommenverzekeringen
Overlijdensrisicoverzekering  
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

H05 Opdracht verzekeringspolis blanco (lesmateriaal bovenbouw) 
Soorten sommenverzekeringen
Overlijdensrisicoverzekering  
  1. verzekeraar
  2. verzekeringnemer
  3. verzekerde: op wie zijn leven? 
  4. begunstigde: wie krijgt de uitkering
  5. ingangsdatum en einddatum
  6. verzekerd bedrag
  7. premie
  8. voorwaarden/ clausules

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bereken minimale premie
De minimale premie die een verzekeraar in rekening moet brengen om geen verlies te maken kunnen we berekenen met een formule;

minimale premie = schadekans x gemiddeld schadebedrag 

Voorbeeld: een verzekeraar van ongevallenverzekeringen weet uit ervaring dat jaarlijks gemiddeld 1 op de 500 klanten een claim indient. Het gemiddelde schadebedrag bedraagt
€ 7.000. 

De minimale premie is 1/500 x € 7.000 = € 14               

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken resultaat verzekeraar
Resultaat = opbrengst - kosten 

Opbrengst = aantal klanten x premie (+ eventuele poliskosten) per klant  
Let op: bedragen exclusief assurantiebelasting 

Kosten = bedrijfskosten + (variabele kosten per  klant x aantal klanten) + schade-uitkeringen

Schade-uitkeringen = aantal klanten x schadekans x gemiddeld schadebedrag  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken opgave 4.2 (af maken) t/m 4.7

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor zou jij wel/ niet lenen?
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

H05 Opdracht gesprek over lenen - gesprekskaarten (lesmateriaal bovenbouw)

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek het uit...
Lees de tekst op bladzijde 70 en 71 en beantwoord daarna de volgende vragen?
  1. Wat is het verschil tussen een persoonlijke lening en een doorlopend krediet?  
  2. Waarom is de rente op deze consumptieve leenvormen zo hoog vergeleken met de rente van een hypotheek?
  3. Wat is het verschil tussen koop op afbetaling en huurkoop?
  4. Waarom zijn deze leenvormen goedkoper dan de vormen bij vraag 1?



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies