1.3 Erosie

 1.3  Erosie en sedimentatie
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 1.3  Erosie en sedimentatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het begrip: 'reliëf'?

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent verwering?

Slide 3 - Open vraag

Hoe noem je de vorm van verwering waarbij de samenstelling NIET veranderd?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen 1.3
1 Je begrijpt dat door verwering en erosie gebergten worden aangetast.
2 Je kunt een rivierdal én een gletsjerdal herkennen aan zijn vorm. 
3 Je weet wat erosie is en welke 3 vormen er zijn

Slide 5 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 6 - Tekstslide

Bovenloop
  • in de bovenloop vindt zich de bron
  • de rivier is hier smal
  • snel stromend water
  • veel verwering en erosie

Slide 7 - Tekstslide

Middenloop
  • Het water stroomt minder snel dan in de bovenloop
  • Sedimentatie (grind) en erosie
  • De rivier begint te meanderen
       in de middenloop. Iemand 
       enig idee wat dit is?

Slide 8 - Tekstslide

Benedenloop
  • Traag stromend water
  • Sedimentatie: zand & klei
  • Vertakken (delta vormen)
  • De rivier is erg breed
  • Nederland is de benedenloop
       van diverse rivieren

Slide 9 - Tekstslide

Puinhelling =
Verweringsmateriaal valt door de zwaartekracht naar beneden 


Slide 10 - Tekstslide

Erosie
Het transport van dit "puin" kan het landschap verder afbreken. 
Het uitschuren van het landschap door dit "puin" noemen we erosie


Slide 11 - Tekstslide

Wat is de bovenloop van de rivier
A
Het eerste stuk van de rivier bij de zee
B
Het eerste stuk van de rivier in de bergen
C
Het laatste stuk van de rivier bij de zee
D
Het laatste stuk van de rivier in de bergen

Slide 12 - Quizvraag

Sedimentatie is
het neerleggen van verweringsmateriaal door wind, water of ijs.

Het verweringsmateriaal dat wordt afgezet heet sediment
Dat zijn stenen, grind, zand en klei.

Slide 13 - Tekstslide

In de benedenloop is veel sedimentatie...
A
doordat het laag is
B
door de lage stroomsnelheid
C
door de zware stenen
D
omdat het vlakbij zee is

Slide 14 - Quizvraag

stenen
Grind
klei
zand

Slide 15 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
verwering
sedimentatie
erosie

Slide 16 - Sleepvraag

grind
klei
zand

Slide 17 - Sleepvraag

Gletsjers
Gletsjers ontstaan hoog in de bergen wanneer er meer sneeuw valt dan dat er in de zomer kan wegsmelten. 
Als de gletsjer naar beneden gaat glijden schuurt hij de landschap uit .
Zo ontstaat een gletsjerdal
 = U dal

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Landijs
Alpine gletsjer

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Erosie in de rivier 
Voor erosie in de rivier is de stroomsnelheid zeer belangrijk. 

Hoe steiler  hoe sneller =  meer erosie!
Zo ontstaat een V dal

Slide 25 - Tekstslide

U-dal


Vlakke bodem
Breed dal
V-dal


Smalle bodem
Smalle dal

Slide 26 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
V dal is gemaakt door een 
RiVier

Slide 27 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 28 - Tekstslide

Hoe steiler een rivier afstroomt hoe meer erosie er plaats vindt.
A
niet waar
B
alleen in de winter
C
wel waar

Slide 29 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?

Slide 30 - Open vraag

Welke bewering is waar?
A
Erosie = verbrokkelen van het gesteente
B
Verwering = transport van het gesteente
C
Verwering = verbrokkelen v h gesteente
D
Erosie = verwering

Slide 31 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
Sneeuw
B
Gletsjer
C
V dal
D
U dal

Slide 32 - Quizvraag

Fjorden
1 ontstaan waar gletsjers de zee in stromen
2 Komen veel voor in Noorwegen. 

Slide 33 - Tekstslide

Zoek op: Fjord (maar geen paard!)

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide