2.3 Voortstuwen en tegenwerken 3V vragen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Je trekt een slee vooruit met een kracht van 50 N. De slee beweegt met een constante snelheid. Wat is de weerstand van de slee?

1. kan je niet weten
2. 50 N
3. 0 N
4. minder dan 50 N

Als de voortstuwende kracht kleiner is dan de tegenwerkende kracht is de beweging:

1. Constant
2. Versneld
3. Vertraagd
4. Achteruit

Als de voortstuwende kracht gelijk is aan alle tegenwerkende krachten welke beweging voert het voorwerp dan uit.

1. Versneld
2. Vertraagd
3. Eenparig

Zie het (v,t) diagram van een autorit in de afbeelding.
Tussen 0 en 2 s is de resulterende kracht...

1. meewerkend
2. tegenwerkend
3. gelijk aan nul
4. Is op basis van de informatie niet te zeggen

Zie het (v,t) diagram van een autorit in de afbeelding.
Tussen 2 en 4 s is de resulterende kracht...

1. meewerkend
2. tegenwerkend
3. gelijk aan nul
4. Is op basis van de informatie niet te zeggen

15a. Welke kracht werkt hier vooral de beweging tegen?

1. Luchtwrijving
2. Schuifwrijving
3. Spierkracht
4. Niets

15b. Hoe groot is de resulterende kracht die op de slee werkt?

1. 50 N
2. - 50 N
3. 25 N
4. 0 N

16a. Hoe groot is de wrijvingskracht, zolang de verhuizer duwt, maar de kist niet beweegt?

1. 0 N
2. 300 N
3. 600 N
4. 900 N

16b. Hoe groot is de wrijvingskracht als de verhuizer stopt met duwen?

1. 0 N
2. 300 N
3. 600 N
4. 900 N

16b. Hoe groot is de wrijvingskracht als de verhuizer met 900 N duwt en de kist met constante snelheid beweegt?

1. 0 N
2. 300 N
3. 600 N
4. 900 N

Motorkracht

Wrijvingskracht

Zwaartekracht

17c. Hoe beweegt het busje?

Het busje staat stil.

Het busje beweegt met constante snelheid

Het busje versnelt.

Het busje vertraagt.

Sleep naar de goede beweging:

FA > FB

FA = FB

FA < FB

Versnelt

Constante snelheid

Vertraagt

Sleep naar de goede beweging:

17d. Oliespoor van A naar B naar C naar D.

A-B

B-C

C-D

Nu zelf aan de slag

Opdrachten en test jezelf 2.3 maken