10 maart 2025

Wat heb je gedaan
in de vakantie?
Ben je weg geweest?
Waar naartoe?
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsISK

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je gedaan
in de vakantie?
Ben je weg geweest?
Waar naartoe?

Slide 1 - Woordweb

Heb je nog Nederlands gesproken in de vakantie? Met wie?

Slide 2 - Open vraag

Heb je nog Nederlands gelezen in de vakantie? Wat?

Slide 3 - Open vraag

Heb je nog Nederlandse televisie gekeken?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de datum van vandaag?
A
9 maart
B
10 maart
C
11 maart
D
12 maart

Slide 5 - Quizvraag

Het thema van DISK is vrije tijd.
Wat hoort niet bij vrije tijd?
A
kletsen
B
winkelen
C
slapen
D
afwassen

Slide 6 - Quizvraag

In welke zin staat wat je gedaan hebt?
A
Ik ben moe
B
Ik loop naar school
C
Ik heb gefietst
D
Wij werken nooit op zondag

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de goede zinsvolgorde in een normale zin?
naar huis
1
2
3
4
om 3 uur
de leerlingen
gaan

Slide 8 - Sleepvraag

Soms staan er in een zin 2 werkwoorden.

Daar ga je nu mee oefenen. 

Het eerste werkwoord heet het hulpwerkwoord.

Het tweede werkwoord heet het voltooid deelwoord.

Het geeft aan dat iets gebeurd is.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld:

                      Ik heb in de vakantie gefietst.

Ik = onderwerp
heb = hulpwerkwoord
in de vakantie = rest
gefietst = voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu een vraag met de woorden :
Ik - gehad - veel vrije tijd - heb

Slide 11 - Open vraag

I
ben
geweest
Ik
naar 
de stad

Slide 12 - Sleepvraag

maak een vraag
Ben
gegaan?
jij
naar
school

Slide 13 - Sleepvraag

zijn
gegaan
naar
Wij
de winkel

Slide 14 - Sleepvraag