H5 administratie
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de formule voor het berekenen van de omzet ?
Slide 3 - Open vraag
Waar staat de letter 'q' voor in de volgende opdracht?
Bereken de afzet
P = €20,00 q= 400
Bereken de afzet
P = €20,00 q= 400
Slide 4 - Open vraag
Wat is het lage belastingtarief ?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het hoge belastingtarief ?
Slide 6 - Open vraag
Juist of onjuist
De netto verkoopprijs is de prijs zonder de btw
De netto verkoopprijs is de prijs zonder de btw
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noemen we de prijs inclusief btw?
Slide 8 - Open vraag
Bij de vraag hiernaast
moet je van inkoopprijs naar verkoopprijs
rekenen. Dit doe je door de bruto winst
opslag toe te voegen. Hoeveel procent is
de inkoopprijs altijd bij zo'n opdracht?
moet je van inkoopprijs naar verkoopprijs
rekenen. Dit doe je door de bruto winst
opslag toe te voegen. Hoeveel procent is
de inkoopprijs altijd bij zo'n opdracht?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
q = 400 p = 25
Hoeveel is de omzet?
Hoeveel is de omzet?
Slide 11 - Open vraag
Een tafel heeft een netto verkoopprijs van €150. De brutowinstopslag is 40%. Hoeveel bedraagt de inkoopprijs?
Slide 12 - Open vraag
De netto verkoopprijs van een tafel is €150. Hoeveel is de bruto verkoopprijs?
Slide 13 - Open vraag
Je komt een boek tegen van €18 met een sticker van 35% korting. Hoeveel moet je voor dit boek betalen bij de kassa?
