Afweer

Afweer
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afweer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen algemene en specifieke afweer. Aan het eind van de les kun je de vier vormen van immuniteit benoemen en beschrijven. Aan het eind van de les kun je het verschil tussen een allergie en een intolerantie uitleggen. Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe vaccinaties werken en waarom ze belangrijk zijn. Aan het eind van de les kun je het belang van antistoffen in het bloed en traanvocht verklaren. Aan het eind van de les kun je de werking van het afweersysteem bij een tweede infectie beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het afweersysteem van het menselijk lichaam?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming door verschillende typen immuniteit
Algemene afweer: Eerste verdedigingslinie tegen ziekteverwekkers zonder onderscheid te maken. Specifieke afweer: Afweersysteem dat specifiek reageert op bepaalde antigenen met antistoffen. Natuurlijke immuniteit: Immuniteit verkregen door het doormaken van een ziekte. Kunstmatige immuniteit: Immuniteit verkregen door vaccinatie. Actieve immunisatie: Het proces waarbij het lichaam zelf antistoffen aanmaakt. Passieve immunisatie: Het proces waarbij antistoffen worden ingespoten zonder dat het lichaam deze zelf maakt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties van het afweersysteem: allergieën en intoleranties
Allergie: Een sterke reactie van het afweersysteem op een bepaalde stof. Voedselintolerantie: Een reactie op voedsel veroorzaakt door een tekort aan een specifiek enzym, niet gerelateerd aan het afweersysteem.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting van de basisstof van het immuunsysteem
Het menselijk lichaam heeft een afweersysteem dat bestaat uit algemene en specifieke afweer. Algemene afweer werkt tegen alle ziekteverwekkers via barrières zoals maagzuur en de opperhuid. Specifieke afweer reageert op specifieke antigenen met antistoffen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het inzicht in de werking van antibiotica, vaccinaties en antistoffen
Vaccinatie: Het proces waarbij een persoon immuniteit ontwikkelt tegen een ziekte door het toedienen van een vaccin. HPV-vaccinatie: Een vaccin dat beschermt tegen de meest voorkomende typen van het humaan papillomavirus.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen voedselallergie en voedselintolerantie
Allergieën zijn overdreven reacties van het afweersysteem, terwijl intoleranties verteringsproblemen zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten en misvattingen over HPV-vaccinatie
HPV-vaccinatie vermindert het risico op HPV-infecties en baarmoederhalskanker maar biedt geen 100% bescherming en maakt uitstrijkjes nog steeds noodzakelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immuniteit bij herhaalde blootstelling aan een virus
Na herhaalde blootstelling aan een virus, zoals het Epstein-Barr-virus, kan het lichaam snel antistoffen aanmaken, wat leidt tot immuniteit bij een tweede infectie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities
Algemene afweer: Eerste verdedigingslinie tegen ziekteverwekkers zonder onderscheid te maken. Specifieke afweer: Afweersysteem dat specifiek reageert op bepaalde antigenen met antistoffen. Natuurlijke immuniteit: Immuniteit verkregen door het doormaken van een ziekte. Kunstmatige immuniteit: Immuniteit verkregen door vaccinatie. Actieve immunisatie: Het proces waarbij het lichaam zelf antistoffen aanmaakt. Passieve immunisatie: Het proces waarbij antistoffen worden ingespoten zonder dat het lichaam deze zelf maakt. Allergie: Een sterke reactie van het afweersysteem op een bepaalde stof. Voedselintolerantie: Een reactie op voedsel veroorzaakt door een tekort aan een specifiek enzym, niet gerelateerd aan het afweersysteem. Vaccinatie: Het proces waarbij een persoon immuniteit ontwikkelt tegen een ziekte door het toedienen van een vaccin. HPV-vaccinatie: Een vaccin dat beschermt tegen de meest voorkomende typen van het humaan papillomavirus.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.