6.3 de top van een parabool
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe bereken je het kwadraat van -5?
A
−52
B
−(5)2
C
(−5)2
D
−(−5)2
Slide 2 - Quizvraag
Bereken
−(−3)2+(12−32)2
Slide 3 - Open vraag
Hoort bij deze formule een berg- of dalparabool?
m=0,3t2−6t+4
Tekst
A
Bergparabool
B
Dalparabool
Slide 4 - Quizvraag
Hoe kun je aan de formule zien dat de grafiek een bergparabool is?
Slide 5 - Open vraag
Bij welke van onderstaande formules horen bergparabolen?
A
n=−5t+3t2
B
n=−5t−3t2
C
w=3,4t2−250
D
w=−3,4t2+250
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de top in de volgende formule?
y=x2+4x+1
A
( 1 , 4 )
B
( 2 , 13)
C
( 0 , 1 )
D
( -2 , -3)
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de a, de b en de c in de volgende formule?
y=2x2+3x+5
