H4.7 GRAMMATICA 1HV

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

Slide 1 - Tekstslide

4.7 grammatica zinsdelen
Je leert:
- wat enkelvoudige en samengestelde      zinnen zijn.

Deze les:
- 10 min. lezen 
- uitleg + aantekeningen 4.7, 15 min.
- zelfstandig werken, 20 min.
- huiswerk noteren, 5 min.

Slide 2 - Tekstslide

Lees in je leesboek. 
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
1. Ik heb zin in de vakantie.

2. Ik heb zin in de vakantie en ik ga alvast een leuke 

     bestemming kiezen.

3. Ik heb zin in de vakantie, terwijl het nog weken duurt.

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Maak de opdrachten van 4.7:
opdr. 1abcde, 3, 4abcde en 5

Stiltewerktijd

                            
                                      


                                          
Snap je een opdracht niet? 
- lees de vraag nog een keer; wat             staat erboven? 
- lees de leerteksten op blz. 57, 150
- sla anders eerst over en werk verder. 
- vraag daarna in je tafelgroep.
- vraag tot slot aan mij. 
timer
10:00
Werk in je boek. 

Slide 7 - Tekstslide

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

Slide 8 - Tekstslide

4.7 grammatica zinsdelen

Je leert:
- wat enkelvoudige en samengestelde      zinnen zijn.
- hoe je een meewerkend voorwerp         vindt.



Slide 9 - Tekstslide

Lees in je leesboek. 
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 11 - Tekstslide

meewerkend voorwerp MV  
                                ; werkt mee met het onderwerp.
                                ; hoort bij een ww dat iets met 'geven' te maken heeft.
                                ; heeft dan de rol/functie als 'krijger' of 'ontvanger'.

Vindproef MV
1.  Stel de vraag:  aan/voor wie/wat + WG + O + LV
2. Met de aan-proef: als je aan kunt weghalen.
                                          : als je aan kunt toevoegen.
blz. 57
 'Geven' in 
 ruime zin:
 lenen (aan)
 schenken
 vertellen
 beloven 
 antwoorden
 toestoppen
 vragen etc.

Slide 12 - Tekstslide

meewerkend voorwerp MV  
                                Voorbeeld aan-proef:
                                1. De zangeres schonk haar laarsjes aan een fan. (-aan)
                                1. De patiënt leende de dokter zijn bril. (+aan)

Noteer de volgende zin in je schrift en ontleed:

Sophie had voor iedereen een klein cadeautje gekocht, maar ze gaf haar 

vader een groot en duur cadeau.

blz. 57

Slide 13 - Tekstslide

4.7 GRAMMATICA ZINSDELEN 
Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van 4.7:
1abcde, 3, 4abcde, 5, 6, 7,  9ac en 
10cdf, blz. 54 t/m 59
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide