dt6 - week 4 - les 1

• Wiskunde
• Middelbare school

Dt 6 - week 4 - verschilgrafieken en periodieke grafieken

Basisdoel: Je kunt een verschiltabel maken      

Basisdoel: Je kunt een verschilgrafiek tekenen        

Einddoel: Je kunt een verschilformule maken    

Instapdoel: Je herkent een periodieke grafiek    

Instapdoel: Je kunt de periode van een periodieke grafiek aflezen/berekenen

basisdoel: je kunt de frequentie van een periodieke grafiek aflezen/berekenen

basisdoel: je kunt de amplitude van een periodieke grafiek berekenen

De somformule van deze formules is..
b = 12t + 50
30 + 8t = b

1. 42t + 50 = b
2. b = 20t + 20
3. b = 20t + 80
4. b = 80t + 20

Somformule en verschilformule

Som betekent optellen

Verschil betekent aftrekken

ppp

𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € = 10 + 5𝑎
𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € = 7,50𝑎
Wat is de verschilformule?

1. 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € =2,50𝑎+5𝑎
2. 10 −2,50𝑎
3. 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € =10 −2,50𝑎
4. 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € =2,50𝑎+10

1. Huurprijs in € = 80+250w
2. Huurprijs in € = 20+270w
Wat is de somformule van 1+2

1. Totaal = 100+520w
2. Totaal = 320w
3. Totaal = 60+520w
4. Totaal = 620w

Bij een periodiek verband hoort een grafiek die zich steeds herhaalt.

Evenwichtsstand

Hoogste stand + Laagste stand

2

Amplitude

Hoogste stand  - evenwichtsstand

Periode

De periode is de afstand op de horizontale as van één herhalend stukje. Meestal is de periode in tijd gemeten

Periode rood = 3
Periode blauw = 4

Evenwichtsstand en amplitude

4 meter

12,5 sec.

6 meter

Evenwicht

Periode

Amplitude

Wat is de amplitude?

1. 0 m
2. 30 m
3. 20 m
4. 15 m

Deze week:

12-3 Verschilgrafieken  

12-4 Periodieke grafieken  

12-5 Frequentie en amplitude

        

Maken: 13, 14, 16, 17, 20, 22, 24, 25a&c

Niet verplicht, wel gewenst: 26

Daarna: alles nakijken!