H3 - Jeudi 10 mars 2022

Jeudi 10 mars 2022
B3H1 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Jeudi 10 mars 2022
B3H1 

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui 
  • Réviser la grammaire II: lijdend vwp / meewerkend vwpp
  • Réviser l'imparfait
  • Poser des questions 
  • Apprendre pour l'interrogation 

Slide 2 - Tekstslide

Het vervangen van het lijdend vwp en meewerkend vwp
Hoe kun je in het Frans het lijdend voorwerp in de zin vinden? 
Hoe kun je in het Frans het meewerkend voorwerp in de zin vinden? 

Slide 3 - Tekstslide

Door welke persoonlijke voornaamwoorden kun je een lijdend voorwerp vervangen?

Slide 4 - Open vraag

Door welke persoonlijke voornaamwoorden kun je een meewerkend voorwerp vervangen?

Slide 5 - Open vraag

Waar zet je het vervangen zinsdeel neer in de zin?

Slide 6 - Open vraag

Exercice 
Vervang het dikgedrukte zinsdeel. Schrijf de nieuwe zin helemaal op. 

Slide 7 - Tekstslide

Exercice 
  1. Nous avons regardé le film avec nos amis. 
  2. Elles donnent les stylos à leur prof. 
  3. Marie parle au professeur . 
  4. Tu vas donner le cadeau à tes parents
  5. Ahmet a écrit un mail à son meilleur ami. 

Slide 8 - Tekstslide

Réponses
  1. Nous l'avons regardé avec nos amis. 
  2. Elles les donnent à leur prof. 
  3. Marie lui parle.
  4. Tu vas leur donner le cadeau? 
  5. Ahmet l'a écrit à son meilleur ami.  

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de 'imparfait' voor een soort tijd?

Slide 10 - Open vraag

Hoe maak je de 'imparfait'?

Slide 11 - Open vraag

L'imparfait 
1. Pak de nous-vorm van de présent
2. Haal -ons eraf
3. Plak de juiste uitgang erachter: -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Bijv. 
Je regardais = ik keek
Vous faisiez = jullie deden
Elles avaient = zij hadden 

Slide 12 - Tekstslide

Er is één uitzondering. Welk werkwoord vormt een uitzondering bij de 'imparfait'?

Slide 13 - Open vraag

Imparfait - uitzondering
Let op: 
Het werkwoord être heeft een onregelmatige imparfait (je kunt van de nous-vorm namelijk niet -ons af halen --> nous sommes)

Je gebruikt dan ét- als stam. 

Wij waren = nous étions
Het was = c'était 

Slide 14 - Tekstslide

1. jij maakte (faire)

Slide 15 - Open vraag

2. wij hadden (avoir)

Slide 16 - Open vraag

3. hij was (être)

Slide 17 - Open vraag

4. jullie wisten (savoir)

Slide 18 - Open vraag

5. zij (v) namen (prendre)

Slide 19 - Open vraag