Oefening 2. bij HST 3 - 3.1 en 3.2
Kikkers leven graag in de buurt van een vijver met veel waterplanten en oeverplanten.
Tussen de planten kunnen de kikkers schuilen voor bijvoorbeeld reigers.
Omdat kikkers koudbloedig zijn, hebben ze een ondiepe vijver nodig die in de zon ligt, zodat het water snel opwarmt. Ook gaan ze vaak op zoek naar een vijver met kleinere vissen.
Grote vissen eten namelijk soms de kikkervisjes op.
Noem 2 abiotische factoren voor de kikker die in de tekst hierboven worden genoemd.
Tussen de planten kunnen de kikkers schuilen voor bijvoorbeeld reigers.
Omdat kikkers koudbloedig zijn, hebben ze een ondiepe vijver nodig die in de zon ligt, zodat het water snel opwarmt. Ook gaan ze vaak op zoek naar een vijver met kleinere vissen.
Grote vissen eten namelijk soms de kikkervisjes op.
Noem 2 abiotische factoren voor de kikker die in de tekst hierboven worden genoemd.
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Kikkers leven graag in de buurt van een vijver met veel waterplanten en oeverplanten.
Tussen de planten kunnen de kikkers schuilen voor bijvoorbeeld reigers.
Omdat kikkers koudbloedig zijn, hebben ze een ondiepe vijver nodig die in de zon ligt, zodat het water snel opwarmt. Ook gaan ze vaak op zoek naar een vijver met kleinere vissen.
Grote vissen eten namelijk soms de kikkervisjes op.
Noem 2 abiotische factoren voor de kikker die in de tekst hierboven worden genoemd.
Tussen de planten kunnen de kikkers schuilen voor bijvoorbeeld reigers.
Omdat kikkers koudbloedig zijn, hebben ze een ondiepe vijver nodig die in de zon ligt, zodat het water snel opwarmt. Ook gaan ze vaak op zoek naar een vijver met kleinere vissen.
Grote vissen eten namelijk soms de kikkervisjes op.
Noem 2 abiotische factoren voor de kikker die in de tekst hierboven worden genoemd.
Slide 1 - Open vraag
De afbeelding hieronder geeft een doorsnede weer van een blad van een plant, gezien door een microscoop.
Enkele delen zijn met een letter aangegeven.
Welke letter geeft een deel van het blad aan dat uit één soort weefsel bestaat?
Enkele delen zijn met een letter aangegeven.
Welke letter geeft een deel van het blad aan dat uit één soort weefsel bestaat?
A
P
B
Q
C
R
Slide 2 - Quizvraag
Door gangen te boren in de stengel van een maïsplant verstoren de rupsen het vervoer van water, mineralen en suikers.
Verstoort de Europese maïsboorder het vervoer in de bastvaten? En in de houtvaten?
Verstoort de Europese maïsboorder het vervoer in de bastvaten? En in de houtvaten?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
Zowel in houtvaten als in bastvaten
Slide 3 - Quizvraag
Rozen worden meteen na het afsnijden op de kwekerij in water gezet met daarin een bacteriedodend middel. Dan gaan ze na de verkoop in een bloemenvaas minder snel slap hangen. Rozen gaan slap hangen als er verstoppingen in de vaten van de stengel voorkomen. Twee typen vaten zijn bastvaten en houtvaten.
Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?
Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
Slide 4 - Quizvraag
Zal de vogel van de afbeelding
grijppoten hebben?
Leg je antwoord uit.
grijppoten hebben?
Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Open vraag
De vogel is een warmbloedig dier.
Leg uit hoe de vogel toch warm kan blijven bij lage temperatuur.
Leg uit hoe de vogel toch warm kan blijven bij lage temperatuur.
Slide 6 - Open vraag
Een bepaalde woestijnplant heeft bladeren met gifstoffen.
Is dit een aanpassing aan een biotische of abiotische factor?
Leg je antwoord uit.
Is dit een aanpassing aan een biotische of abiotische factor?
Leg je antwoord uit.
Slide 7 - Open vraag
Een plant die geen ijzer krijgt wordt bleek.
Hoe komt een plant aan ijzer, via welk orgaan van de plant?
Hoe komt een plant aan ijzer, via welk orgaan van de plant?
Slide 8 - Open vraag
Zie je in de afbeelding een doorsnede van een orgaan of zie je een weefsel?
Leg je antwoord uit
Leg je antwoord uit
Slide 9 - Open vraag
Welke letter in de afbeelding geeft een vaatbundel aan?
A
P
B
Q
C
R
Slide 10 - Quizvraag
Door het afbreken van takken en bladeren van een boom is er minder transport van water en zouten door de stam. Hierdoor kan zo’n boom niet goed meer groeien.
Geef de naam van de vaten waardoor water en zouten worden getransporteerd.
Geef de naam van de vaten waardoor water en zouten worden getransporteerd.
