§9 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugblik vorige les
• Leerdoelen bespreken
• Herhaling werkwoordspelling: persoonsvorm tegenwoordige tijd.
• Spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd.
• Opdrachten maken

Terugblik vorige les

Waar ging de vorige paragraaf over?

Leerdoelen deze les

Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd juist spellen.

sterk werkwoord

apps.noordhoff.nl

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Voorbeelden

hele ww= Fietsen

Stam      = Fiets

-> Fietste(n

hele ww= Geloven

stam      = Gelov

-> Geloofde(n)

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

- Het werkwoord verandert van klank in de verleden tijd.

- Je schrijft wat je hoort.

Voorbeelden sterke werkwoorden:

Vliegen - Vlogen

Lopen - Liepen

Roepen - riepen

Alle tijden in een stroomschema:

sterke werkwoorden

zwakke werkwoorden

ontbijten

fietsen

zwemmen

schrikken

Sterk of zwak?

BIJTEN

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?
verhuizen

1. sterk
2. zwak

Wat zijn de sterke werkwoorden?

1. beginnen, bieden, bijten en blazen
2. kijken, klagen, kosten, krabben
3. mailen, masseren, melden, mompelen
4. raden, regeren, roepen en ruiken

Wat is een sterk werkwoord?

1. schilderen
2. roepen

Wat is GEEN sterk werkwoord?

1. schrijven
2. typen

Schrijven

    Gaan

  Maken

  Slapen

 Worden

 Fietsen

    Doen

   Lopen

Sterke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

Aan de slag!

Maak §9 opdracht 1, 2, 3.1 en 4.1

Verminderde opdrachten: 1, 3.1 en 4.1

Klaar? 

Kijk het na en ga werken in de online trainer.