Hoofdstuk 2 Bindingstypen

Paragraaf 2.1
Covalente bindingen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.1
Covalente bindingen

Slide 1 - Tekstslide

Covalente binding
Bij een covalente binding delen beide atomen 1 of meerdere elekrtonen

Slide 2 - Tekstslide

Covalentie
- Verschillende atoomsoorten willen verschillende aantallen bindingen. 

- Hangt af van de elektronen in de schillen

- Zuurstof heeft covalentie 2

Slide 3 - Tekstslide

Covalentie

  • Geeft aan hoeveel elektronen gedeeld worden, dus hoeveel atoombindingen worden gevormd.
  • Eenvoudig af te lezen uit periodiek systeem.
  • Aantal elektronen erbij tot edelgas (groep 18) = covalentie.
  • Covalentie H=1, F=1, O=2 enz.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Covalentie
Met covalentie bedoelen we:
hoeveel bindingen een atoom MOET maken. 
Groep 17
Groep 16
Groep 15
Groep 14

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de covalentie?
A
Hoeveel bindingen een atoom aangaat
B
De lading die het ion krijgt
C
Het aantal schillen van het atoom
D
Het aantal elektronen in de buitenste schil

Slide 7 - Quizvraag

Om de structuur van een molecuul te kunnen tekenen moet je weten wat de covalentie van de atomen is. Wat is covalentie?
A
De lading als het atoom een ion wordt
B
Het aantal elektronen in de buitenste schil
C
Het aantal bindingen dat een atoom kan aangaan
D
Het aantal elektronen dat mist in de buitenste schil

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de covalentie van stikstof?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de covalentie van waterstof?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag