Les 4 - spiegelen

Periode 3 - Communicatie - les 4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Periode 3 - Communicatie - les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les weten jullie:
- wat spiegelen is
- wat de kracht van non verbale communicatie is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 3 - Communicatie - les 4
We gaan allemaal staan in het midden van de klas.

Jullie krijgen straks wat stellingen te 
zien waarover jullie moeten nadenken. 

Vervolgens kies je je antwoord door aan 1 kant 
van het lokaal te gaan staan. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
Wordt iemand zijn (financiële) succes behaald door:
1. Effectieve communicatie, onderhandelen en leiderschap? 
2. Of door kennis en technische vaardigheden?


Ga staan bij het bord voor antwoord 1
Ga bij de deur staan voor antwoord 2

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
Wordt iemand zijn (financiële) succes behaald door:
1. Effectieve communicatie, onderhandelen en leiderschap? 
2. Of door kennis en technische vaardigheden?

Wat blijkt: slechts 15% van het succes heeft te maken heeft met kennis en technische vaardigheden. Het gaat niet om simpelweg spreken of lezen, maar om te begrijpen wat er precies wordt gezegd – en in sommige gevallen wat er niet wordt gezegd.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
Wat is krachtiger (duidelijker)?
1. Non-verbale communicatie: praten zonder worden. 
2. Of gebruik maken van plaatjes?

het bord - antwoord 1 < < < < > > > > de deur - antwoord 2



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
Wat is krachtiger (duidelijker)?
1. Non-verbale communicatie: praten zonder worden. 
2. Of gebruik maken van plaatjes?

het bord - antwoord 1 < < < < > > > > de deur - antwoord 2
Non-verbale communicatie zegt vaak meer dan duizend woorden. 
Maar een plaatje is vaak ook erg duidelijk. 
Het antwoord is dus dat beide hun kracht hebben


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3
Wanneer voel jij je prettiger?
1. Als iemand iets zegt die met zijn armen en benen over elkaar zit? 
 2. Of als iemand op het puntje van zijn stoel zit en dan iets zegt? 

het bord - antwoord 1 < < < < > > > > de deur - antwoord 2




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3
Wanneer voel jij je prettiger?
1. Als iemand iets zegt die met zijn armen en benen over elkaar zit? 
 2. Of als iemand op het puntje van zijn stoel zit en dan iets zegt? 

Met je armen en benen over elkaar zitten is géén goede houding. 
Je zegt hiermee eigenlijk dat je geen connectie wilt maken met jouw gesprekspartner. 
Dit wordt ook wel een gesloten houding genoemd.
Ga daarom bijvoorbeeld op het puntje van je stoel zitten en 
buig iets wat naar voren met je armen open. 
Je armen over elkaar leggen, komt demonstratief en bozig over 
(denk aan een kind dat zijn zin niet krijgt).


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jullie mogen weer gaan zitten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het als je iemand nadoet?
A
Irritant
B
Spiegelen
C
Kopiëren
D
Vermenigvuldigen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Knikken en hummen
Wie vindt het prettig wanneer iemand af en toe knikt of humt? Waarom?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Knikken en hummen
Wie vindt het prettig wanneer iemand af en toe knikt of humt? Waarom?

Als je niet reageert op wat de ander zegt, komt dit ongeïnteresseerd over en voelt het vreemd. Alsof je tegen een muur aan het praten bent. Af en toe knikken of ‘huhum’ zeggen is helemaal niet verkeerd. Het houdt het gesprek namelijk levendig en boeiend. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aankijken of staren?
Wat is het verschil tussen aankijken en aanstaren? 
Wie kan het verschil voordoen?



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aankijken of staren?
Wat is het verschil tussen aankijken en aanstaren? 
Wie kan het verschil voordoen?


Het is best moeilijk, maar iemand aankijken terwijl je met hem of haar in gesprek bent, 
wekt vertrouwen. Maar ga niet staren en went je blik af en toe eens af. 
Anders wordt het ongemakkelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op de docent,
welke boodschap geeft ze af?

Slide 16 - Open vraag

De docent gaan aan het haar zitten en de mouwen steeds omhoog doen. Welke boodschap geeft de docent?
Ga ook niet aan je kleren zitten pulken, met je handen zitten frunniken of aan je haren zitten friemelen. Dit leidt enorm af en hierdoor lijkt het alsof je zenuwachtig bent.

Waarom is af en toe lachen/grinniken tijdens een gesprek belangrijk?

Slide 17 - Open vraag

Met een stalen gezicht naar de ander kijken, is niet zo heel vriendelijk. Lach af en toe eens, want dat zorgt voor een ontspannen sfeer.

Opdracht 1 - experiment
We maken groepjes van 3
Persoon 1 wordt ondervraagd over de afgelopen vakantie, over werk, hobby's enz. Door persoon 2 en 3 afwisselend.
Persoon 2 en 3 krijgen beide een andere rol toebedeeld van de docent. 

Let op, zorg ervoor dat je beide oprecht geïnteresseerd bent.

Na 5 minuten wordt er gewisseld van rol wanneer er nog tijd is.



Slide 18 - Tekstslide

Persoon 1 wordt ondervraagd.
Persoon 2 ondervraagd afwisselend met persoon 3 met vragen over vakantie. 

Persoon 2: neemt de houding aan van persoon 1.
Persoon 3: neemt een tegengestelde houding aan.
Persoon 1
Bij welke persoon had jij een beter gevoel qua ondervragen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voegt spiegelen toe?
Spiegelen is het kopiëren van de communicatiewijze van je gesprekspartner. Spiegelen kun je toepassen in zowel non-verbale communicatie (lichaamstaal en mimiek) als verbale communicatie. Bij verbale communicatie denk ik b.v. aan de snelheid van praten of van je ademhaling. Maar ook aan welke woorden je gebruikt. Stel je voor dat je met zijn tweeën tegenover elkaar zit en je gesprekspartner tilt zijn rechterbeen over zijn linkerbeen. Als jij dit in spiegelbeeld ook doet noemen we dat spiegelen. 

Wat bereik je met spiegelen?
Spiegelen of rapport met iemand hebben levert meestal een goed of beter contact met elkaar op. Meer vertrouwen wederzijds, meer betrokkenheid en de bereidheid om elkaar te volgen.Vaak vindt spiegelen natuurlijk plaats, zonder dat iemand er iets speciaals voor doet. Zit maar eens tegenover elkaar aan een tafel. Grote kans dat jullie op dezelfde momenten achterover leunen of voorover zitten.
 ‘fingerspitzengefühl’ heel belangrijk.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voegt spiegelen toe?
Ik kan natuurlijk ook met opzet gaan spiegelen. Ja, denk je dan, dan is het niet oprecht. Dat klopt inderdaad. Maar als jouw doel is om met je gesprekspartner een beter contact op te bouwen helpt het jou om je communicatie af te stemmen op die van je gesprekspartner. Door te spiegelen (verbaal en non-verbaal) voelt de gesprekspartner dit als samen op één lijn zitten en ontstaat er een positieve vibe.

Dus spiegelen bij bijvoorbeeld een klant kan jou helpen sneller een klik te maken en vertrouwen op te bouwen.
Spiegelen is een kunst. Je moet niet overdrijven, want dan werkt het averechts. Dus hier is ‘fingerspitzengefühl’ heel belangrijk.

Kan ik alles spiegelen?
Nee, dit kun je beter niet doen. Als iemand een negatieve opstelling heeft wordt dit versterkt als anderen deze opstelling spiegelen. Of als je gesprekspartner een ongebruikelijke houding aanneemt, kun je dit ook beter niet spiegelen. Het zou kunnen opvallen dat je spiegelt waardoor dit een averechts effect heeft.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies