2.1 Quizvragen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Quizvragen H2.1

Molecuulmodel

Opdracht 1

Sleep de tekstvakken naar de juiste plek op de afbeelding (volgende slide)

gas

vloeibaar

vast

smelten

verdampen

sublimeren/ vervluchtigen

rijpen

stollen

condenseren

Hoeveel Kelvin komt overeen met 25 graden Celsius?

1. - 298
2. -248
3. 248
4. 298

De geur van een geurkaars

1. Macro
2. Micro

De moleculen trillen op een vaste plaats in het molecuulrooster.

1. Macro
2. Micro

De temperatuur van kraanwater is 16 graden Celsius

1. Macro
2. Micro

In een vloeistof trekken moleculen elkaar harder aan dan in een vaste stof

1. ja
2. nee

Als de moleculen in een gas naar een vaste stof gaan, dan heet dat:

1. smelten
2. stollen
3. sublimeren
4. rijpen

De moleculen van een stof veranderen als de stof smelt

1. ja
2. nee

De aantrekkingskracht tussen moleculen verandert als een stof smelt

1. ja, de aantrekking wordt sterker
2. ja, de aantrekking wordt zwakker
3. nee, de aantrekking blijft gelijk

Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?

1. Vast
2. Vloeistof
3. Gas
4. Ze bewegen altijd even snel

In een mengsel komt meer dan 1 soort moleculen voor

1. waar
2. niet waar

Bij scheiden gaan de moleculen kapot

1. waar
2. niet waar

De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar

1. waar
2. niet waar

In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen

1. waar
2. niet waar