3.3 + 3.4

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.3 + 3.4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.3 + 3.4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 113.

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de PV, het WWG en het OND in een zin benoemen.
- kun je het WWG met te benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 + 2 op blz. 113 + 114.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het onderwerp:
Mike rent naar de supermarkt.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin:
De fietsen staan in de stalling.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:
Wij hebben na schooltijd een game gespeeld.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:
Mijn vader zit de krant te lezen

Slide 9 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 + 2 op blz. 113 + 114.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Tekstslide

4. Instructie
Lees en kijk mee op de volgende dia's

Slide 11 - Tekstslide

Weet je het nog?
Persoonsvorm ( PV)
enkelvoud/ meervoud, tijd ( PV en O horen bij elkaar)

Werkwoordelijk gezegde ( WWG)
Alle werkwoorden in een zin

Onderwerp ( O)
Hangt samen met de persoonsvorm.

Slide 12 - Tekstslide

Weet je het nog?
               O                       PV                                              
Els en Marieke/ hebben /een ijsje /gegeten.
                                    WWG                              WWG
              

Slide 13 - Tekstslide

Wat is in de volgende zin de PV?

Mirthe is naar de bibliotheek gelopen.
A
Mirthe
B
is
C
gelopen
D
naar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de volgende zin het onderwerp:
Is Gwendolyn naar het popconcert geweest?
A
Is
B
het popconcert
C
geweest
D
Gwendolyn

Slide 15 - Quizvraag

Benoem het WWG in de volgende zin.

Gisteren is Jan vader geworden,
A
Jan is geworden
B
geworden
C
is
D
is geworden

Slide 16 - Quizvraag

Werkwoordelijk gezegde met te
Je weet dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden van een zin bestaat. Soms staat voor het hele werkwoord het woord te. Dan geldt:

persoonsvorm + te + hele werkwoord = werkwoordelijk gezegde

voorbeeld
De kat ligt de hele tijd te spinnen.
wwg: ligt te spinnen

Slide 17 - Tekstslide

Noteer het WWG:
De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 18 - Open vraag

WWG
OND
De
koeien
staan
in
de
wei
te
grazen

Slide 19 - Sleepvraag

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 + 2 op 
blz. 113 + 114. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 zin 2 t/m 4 + opdracht 2 zin 2 t/m 4.

Slide 20 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 3.3/3.4, blz. 113 + 114, opdr. 1 + 2 --> Niemand
B: les 3.3/3.4, blz. 113 + 114, opdr. 1 + 2 --> namen lln
I: les 3.3/3.4, blz. 113 + 114, opdr. 1 + 2 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 22 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
Cheyenne
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
Senna
moet
hard
lachen

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
Alvaro
zit
met
zijn haar
te
spelen

Slide 25 - Sleepvraag

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
3.3 + 3.4 opdracht 1 + 2

Toetsen: 
...
geen

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 27 - Tekstslide