Beelddenken

Welkom !
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom !

Slide 1 - Tekstslide

Beelddenken

Slide 2 - Tekstslide

Beelden en woorden
  • Iedereen heeft een eigen individuele leerstijl. 
  • Er zijn overeenkomsten
  • Maar ook verschillen
  • Veel mensen denken in taal
  • Echter 1 op de 10 denkt in beelden

Slide 3 - Tekstslide

leren: probleem of uitdaging? 

Slide 4 - Tekstslide

Een filmpje ter illustratie 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leerstijlen 

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden voor leren

Slide 8 - Tekstslide

Herken de beelddenker 

Slide 9 - Tekstslide

Het brein van een beelddenker
https://www.ikleeranders.nl/rechter-hersenhelft-beeldden/


Victor 14 jaar: “Dit is makkelijk, waarom hebben ze nooit eerder verteld dat je zo kunt leren!”
Jay 9 jaar: “Eindelijk iemand die begrijpt hoe ik denk…”

Slide 10 - Tekstslide

Een korte oefening
Hoe werkt dat nu met een beelddenker?

De oefening met het station !


Slide 11 - Tekstslide



- Geef 'ik' boodschappen, benoem gewenst gedrag
- Communiceer positief:  vaak snapt de leerling 
   kritiek niet (wordt niet gekoppeld)
- Boosheid geeft extra prikkels en chaos in het
   hoofd, het wordt niet begrepen.  Benadruk het
   positieve.
- Lange verhalen zorgen voor teveel  prikkels.
- Ze zullen (vaak tevergeefs) hun best doen erbij te horen. Als 
  dat niet lukt kan dit de nodige frustratie geven met 
  bijbehorend “verkeerd “gedrag. 
- Maak het doel duidelijk, geef 1 opdracht.
- Klassikale instructie begrepen? Vaak is verlengde instructie
   noodzakelijk. 
- Maak communicatie visueel (foto, afbeelding, tekening).
- Doet de leerling niet wat je wilt: Bedenk / vraag of de leerling
   de opdracht goed begrepen heeft.
- Lichaamstaal / jouw mimiek wordt niet begrepen.
- Leerling denkt vaak zwart - wit.
- Geef meer verwerkingstijd en evt.  ruimte  voor een time-out
- Noteer altijd gesprekspunten bij het plannen v.e. gesprek.
- Start met een inleidend zinnetje zodat de leerling de 
   aandacht kan richten .
 - Praat evt. wat langzaam (bij leerling met tragere 
    verwerkingstijd).
- Gebruik bij herhaling dezelfde bewoordingen (anders denkt 
   de leerling dat het een nieuwe/andere boodschap is).
- Praat kalm/duidelijk, wees direct, kort, geef een simpele 
   boodschap, concreet en  niet dubbelzinnig.
- Zie je zelf een plaatje voor je wat je wilt zeggen? (leerlingen 
   zijn vaak beelddenkers).
- Gebruik GEEN: zometeen, straks, misschien, ongeveer:
   Zeg bijv.: Ik kom nadat ik Jort heb geholpen.
- Verwijs NIET naar je eigen gevoelens (snapt de leerling niet).
- Eis GEEN oogcontact (leer de leerling tussen de 
   wenkbrauwen te kijken). Vaak kijkt de leerling weg om zich 
   te kunnen concentreren.
 - Niet willen/kunnen kan niet snappen hoe/wat wie etc. zijn.
Tips voor docenten (5)

Slide 12 - Tekstslide

soms zijn er simpele oplossingen
  • De plaats in de klas
  • Visuele ondersteuning  
  • Korte instructiemomenten met plaatjes
  • aangepaste methodes

Slide 13 - Tekstslide

Testen en doorverwijzen 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide