§3 Deel 2 / de industriële samenleving

Hey!
Pak jouw spullen alvast:
  • Boeken, schrift, pen & Laptop.
  • Log in bij LessonUp.
Denk in tweetallen na over de volgende vraag:
"Noem één voordeel en één nadeel van het wonen in een industriestad in de 19e eeuw." 

Na de timer gaan we bespreken!



timer
3:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Hey!
Pak jouw spullen alvast:
  • Boeken, schrift, pen & Laptop.
  • Log in bij LessonUp.
Denk in tweetallen na over de volgende vraag:
"Noem één voordeel en één nadeel van het wonen in een industriestad in de 19e eeuw." 

Na de timer gaan we bespreken!



timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Burgers en stoommachines

§3: De industriële samenleving

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerkcheck
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Doelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Havo:
Je kunt beschrijven hoe de industriële revolutie het leven van arbeiders en boeren heeft veranderd.

Vwo:
Je kunt uitleggen hoe sociale verschillen ontstonden of toenamen door de industriële samenleving.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 6 - Woordweb

Wat is "urbanisatie"?

Slide 7 - Open vraag

Groei van Engelse steden

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen industrialisatie 
Door de industriële revolutie ontstond er een samenleving waarin fabrieken en massaproductie het beeld bepaalden. 

Machines namen steeds vaker het werk van mensen over, waardoor handarbeid op het platteland afnam. Dit leidde tot een sterke trek naar de stad. Mensen trokken in grote getale naar stedelijke gebieden op zoek naar werk in fabrieken. 

De infrastructuur werd aangepast aan deze ontwikkeling, met de aanleg van spoorlijnen en kanalen, en uitvindingen zoals de stoomtrein droegen bij aan snellere transportmogelijkheden.

Slide 9 - Tekstslide

Sociaaleconomische veranderingen
In korte tijd verdwenen veel traditionele plattelandsbanen. In de steden ontstonden arbeiderswijken waar de leefomstandigheden vaak slecht waren. 

Veel mensen, onder wie ook kinderen, werkten lange dagen in ongezonde fabrieksomstandigheden voor een laag loon. 

Tegelijkertijd groeide de kloof tussen arm en rijk. Terwijl arbeiders vaak amper konden rondkomen, verdienden fabriekseigenaren veel geld aan hun nieuwe ondernemingen.

Deze periode markeert het begin van een nieuwe fase in de geschiedenis: de industriële samenleving

Slide 10 - Tekstslide

Waarom start er met de Industriële revolutie een nieuwe periode in de geschiedenis?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Klassensamenleving
Standensamenleving

Slide 14 - Tekstslide

Keuzeopdracht
Wat: Je gaat aan de slag met de keuzeopdrachten. Je kiest minimaal twee opdrachten uit de tabel, je maakt sowieso één opdracht uit de onderste twee rijen. VWO: 3 opdrachten.

Hoe: Kies de opdrachten die het beste bij je passen. Werk zelfstandig of in tweetallen (als dat bij de opdracht wordt aangegeven). Gebruik je boek, LessonUp, en aantekeningen als bronnen.

Hulp: 4B's

Tijd: Tot de laatste 5 minuten van de les.

Uitkomst: Een geschreven of getekende uitwerking (afhankelijk van de opdracht)

Klaar? Learnbeat 5.3.B opdracht 1 t/m 10

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiten

Slide 16 - Tekstslide

Wat was een gevolg van de industriële revolutie?
A
Meer boeren op het platteland
B
Minder machines in fabrieken
C
Groei van steden
D
Afschaffing van standen

Slide 17 - Quizvraag

Wat typeerde arbeiderswijken in de 19e eeuw?
A
Luxe huizen met veel ruimte
B
Kleine woningen, slechte hygiëne
C
Veel parken en scholen
D
Dure winkelstraten

Slide 18 - Quizvraag

Havo:
Noem twee verschillen tussen het leven van een boer en een fabrieksarbeider.
VWO:
Waarom kun je zeggen dat industrialisatie leidde tot sociale ongelijkheid?

Slide 19 - Open vraag

Hoe ging het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll


Wat heb je vandaag geleerd over sociale verschillen?
&
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

(Af)maken
 Learnbeat 5.3.B opdracht 1 t/m 10



Klaar? Iezen!

Slide 22 - Tekstslide