B1 Les 15 - § 5.7 Grammatica (3)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Het bepalen van de kernzin van een alinea

WELKOM

Ga rustig zitten, pak Talent, en je pen/potlood.

Effe testen

Schrijf een zin met minimaal 1 lw, 1 bn en 1 voorzetsel

§ 5.7 Grammatica

Lesdoelen:

Woorden van de week

Woorden van de week

Schrijf een zin met 1 van de woorden van week, waaruit duidelijk wordt dat jij de betekenis het woord kent.

Herhalen

Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord. En het geeft er extra informatie over.

Voorbeelden:

De leukste docent, de vervelende klas, het nieuwe schoolgebouw, het nieuwe logo, de aankomende vakantie. 

Effe oefenen

• Verzin zelf een goed voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord met bijpassend zelfstandig naamwoord.

Voorzetsels

Weer effe testen (vz)

_______ de schuur

_______ de bank

_____ het bed

_____ de dekens

______ het schoolfeest

Telwoord

Aan de slag

Maken: opdr. 9, 10 en 12 (p. 111)

Exit-ticket

Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord en geeft er extra informatie over.

Een voorzetsel kun je altijd voor de woorden kast of vakantie zetten.

Een telwoord geeft een aantal of hoeveelheid aan. vb: vier, honderd, veel, eerste, derde, middelste, laatste.