Hst 3: Creativiteit en innovatie

Hst. 3: Creativiteit en innovatie
Creativiteit is een belangrijk onderdeel van ondernemend gedrag. 
 
Ondernemend gedrag: 
draagt bij aan het innovatief vermogen van een bedrijf. 

Creativiteit = 
Een menselijke vaardigheid

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hst. 3: Creativiteit en innovatie
Creativiteit is een belangrijk onderdeel van ondernemend gedrag. 
 
Ondernemend gedrag: 
draagt bij aan het innovatief vermogen van een bedrijf. 

Creativiteit = 
Een menselijke vaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat is innovatie?
Innovatie =
het leveren van nieuwe producten en diensten tegen betaling;

Innovatie =
Een creatief idee mét een verdienmodel;
In meer woorden: een idee dat leidt tot een nieuw product of dienst waarvoor een klant bereid is om te betalen;
Gebaseerd op creativiteit.

Slide 2 - Tekstslide

Activiteiten bij innovatie
Werknemers:
stimuleren van creativiteit.

Produceren:
het creatieve idee vertalen in een product of dienst.
Markt:
aansluiten bij behoefte van klanten.
Financiën:
inventariseren van de kosten van het produceren van het nieuwe idee/dienst; welke prijs is de klant bereid te betalen?
Organisatie:
wat moet er allemaal geregeld worden voor het nieuwe idee/dienst?




Slide 3 - Tekstslide

Wat is creativiteit?
Er zijn veel definities van creativiteit:
Nieuw, anders, verrassend.
Verbetering van iets wat al bestaat.
Iets nieuws scheppen.
Creativiteit is een mentaliteit.
Een verband aanbrengen waar voorheen geen verband tussen bestond.
Waarde toevoegen.
 
Centraal bij creativiteit: het scheppen van iets nieuws, positief!


Slide 4 - Tekstslide

Misverstanden rond creativiteit
Creativiteit is een gave en valt niet aan te leren.
Creativiteit is: goed kunnen schilderen, boetseren of wandkleden maken?
Creativiteit is voor softies, daar scoor je in de harde wereld echt niet mee!

Slide 5 - Tekstslide

Het belang van creativiteit en innovatie
Creativiteit en innovatie zijn belangrijk voor:


Bedrijven: steeds een stap vóórlopen op veranderende behoeften en wensen van klanten.
De maatschappij: persoonlijke ontplooiing staat centraal.
De ondernemende medewerker: in het bedrijfsproces niet te vervangen door een computer.





Slide 6 - Tekstslide

Kan je creatief zijn leren?
Ja.
creativiteit is aan te leren, te ontwikkelen.
creativiteit heeft te maken met ‘anders’ waarnemen.

Slide 7 - Tekstslide

Waarnemen
Drie fases van waarnemen:


1. Opname van informatie, via de vijf zintuigen.
2. Verwerking van zintuiglijke informatie tot een begrijpelijk beeld.
3. Beoordeling van dat beeld, plaatsing in referentiekader.



Slide 8 - Tekstslide

Referentiekader

Referentiekader =
het geheel van ervaringen dat een persoon vanaf zijn jeugd opbouwt 
(kennis, gevoelens, oordelen)
 
Kenmerken van een referentiekader:
selectief: geeft structuur, samenhang en overzicht.
persoonlijk: gevormd door persoonlijke ervaringen.
verandert op basis van nieuwe ervaringen, kennis etc.
beïnvloedt de waarneming (selectieve waarneming).




Slide 9 - Tekstslide

Waarnemen volgens vaste patronen
Referentiekader: denken in vaste patronen.
Voordeel : snel reageren mogelijk.
Nadeel : selectieve waarneming.
  
Selectieve waarneming:
De eerste indruk, halo- en horn-effect. Tegengaan door oordeel uit te stellen!
Voorgrond en achtergrond.Tegengaan door te focussen op wat je wilt bereiken!
Kritisch kijken naar de details, de feiten!


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld: Wat zie je?

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: Wat zie je?

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld: Wat zie je?

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld: Wat zie je?

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld: Wat zie je?


Je hebt creativiteit nodig om beelden compleet te maken.
Check of het klopt, of het haalbaar is!
Zoeken naar feiten, onderzoek, en trek dan pas definitieve conclusie!


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Spelregels voor brainstormen
Ieder idee is welkom.
Denk in alternatieven, ga voorbij de drempels.
Hoe gekker, hoe beter.
Geen goed of fout, geen tussentijdse oordelen.
Elk idee is groepseigendom.
Openheid binnen de groep; privacy naar buiten.
Wijs iemand aan die de ideeën opschrijft.
Bepaal van tevoren hoe lang je aan het brainstormen besteedt
Noteer alle ideeën.



Slide 19 - Tekstslide

Technieken voor nieuwe ideeën
Vooronderstellingen doorbreken
Vergelijking met de natuur
Toevalstreffers
Omdraaien
Persoonlijke identificatie
Fantasie: superheld
Mind mappen
Collage




Slide 20 - Tekstslide

Examenopdracht A2 - Feedback
-->  Beschrijf minimaal 3 voorbeelden van feedback die je hebt gekregen en geef aan wat je ermee gedaan hebt voor een voldoende beoordeling. 

Beschrijf dit een Word-document

Gebruik de STARR-methode

Slide 21 - Tekstslide

Examenopdracht A3 - Flexibiliteit en assertiviteit
--> Beschrijf of jij flexibel bent in een werkzame situatie en doe hetzelfde voor of je
 assertief bent in een werkzame situatie. Voor beide begrippen moet je minstens 3
voorbeelden geven vanuit een werksituatie die jij hebt meegemaakt. Dus 6 in totaal voor deze opdracht (flexibiliteit en assertiviteit)

Beschrijf dit in een Word-document

Beschrijf ook de definities en gebruik de STARR-methode

Slide 22 - Tekstslide

Examenopdracht A4 - Creativiteit
-->Beschrijf waarom creativiteit een belangrijk onderdeel vormt voor ondernemend
 gedrag. Geef hierbij minimaal 3 voorbeelden van je eigen creativiteit in een
werkzame situatie.

Beschrijf dit in een Word-document

Gebruik de STARR-methode

Slide 23 - Tekstslide