dag 2

dag 2

Woorden

Thema 9:  Uiterlijk

de buurman

• de man die in het huis naast je woont 
• de buurman - de buurmannen
• zin: De buurman helpt mij altijd in de tuin.
• zin: De buurman praat veel.

6

dik

• iemand met veel vet 
• zin: De man is heel dik omdat hij te veel snoep eet.
• breed
• veel
• zin: Ik trek een dikke jas aan. Het is buiten koud.

7

de discussie

• gesprek tussen mensen met verschillende meningen 
• de discussie - de discussies
• zin: Zij hebben een discussie over de film.

8

donker

• er is weinig of geen licht
• zin: In de nacht is mijn kamer donker.
• zin: Ik heb een donkere trui aan.

9

de dood

• einde van het leven 
• verdrietig
• zin: De man was lang ziek. Nu is hij dood.
• zin:  Mijn poes is gisteren dood gegaan en daarom ben ik nu heel verdrietig.

10

de duim

• korte, dikke vinger
• de duim - de duimen 
• zin: Ik heb een dikke duim.
• zin: Ik heb met een mes in mijn duim gesneden.

11

dun

• iemand met weinig vet 
• zin: Zij is heel dun omdat zij te weinig eet.
• niet veel
• zin: Ik heb een dunne jas aan omdat het buiten warm is.

12

Wie is nu jouw buurman of buurvrouw?

6

2/7/12

Wat hoort bij elkaar?

dun

blad

8

Waarover heb jij soms discussie?

9

Wat hoort bij elkaar?

donker

nacht

dag

zwart

Ik leef.
Dus ik ben niet ...........

10

1. doot
2. doodt
3. dodt
4. dood

Maak een goede zin.
heb / twee duimen / ik

11

Maak een zin met:
hij en duimen

11