Les 12 - Voedingsleer Vezels

Voedingsleer - les 12
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingsleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer - les 12

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Gezonde voeding
Week 2: Spijsverteringskanaal (donderdag vervalt de les)
Week 3: Vervolg spijsverteringskanaal + bouw en de vertering van voedingsstoffen
Week 4: Allergenen, intoleranties en PDS + voedingswaardetabel (maandag vervalt de les)
Week 5: Koolhydraten en eiwitten
Week 6: Vocht, vet en vitamines en mineralen
Week 7: Vitaminen en mineralen, herhaling en oefentoets
Week 8: Toets

Toetscijfer (80%) + opdracht folder (10%) + opdracht 'Hoe gezond eet ik?' (10%) = eindcijfer (100%) 

Slide 2 - Tekstslide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
  • Voedingsvezels
  • Fermenteerbare
    en niet fermenteerbare
    voedingsvezels

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet de functie van voedingsvezels
  • Je kunt opzoeken welke producten hoog zijn in voedingsvezels en welke producten laag zijn in voedingsvezels
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen fermenteerbare voedingsvezels en niet fermenteerbare voedingsvezels

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groep voedingsstoffen behoren de voedingsvezels?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voedingsvezels?

Slide 8 - Open vraag

Vezels zijn koolhydraten uit veelal plantaardige producten die niet door het lichaam verteerd kunnen worden.
Waarom heeft je lichaam voedingsvezels nodig?

Slide 9 - Open vraag

Voedingsvezels dienen als voedingsbron voor goede bacteriën in onze dikke darm. Ze zetten voedingsvezels om in nuttige stoffen die door de cellen van de darmen als energiebron dienen. Daarnaast trekken voedingsvezels vocht aan, waardoor de ontlasting soepel blijft. Dit heeft een gunstig effect op de stoelgang. Er zijn aanwijzingen dat vezels een positieve invloed hebben op overgewicht, de bloeddruk en het cholesterolgehalte.
Combineer de juiste afbeeldingen met de juiste categorieën

Laag < 5 gram
Midden 5-19 gram
Hoog  > 20 gram

Slide 10 - Sleepvraag

100 gram paprikapoeder bevat 20 gram voedingsvezel

 
100 gram amandelen ongezouten bevat 7,2 gram voedingsvezels

100 gram witte bonen bevat 7,2 gram voedingsvezel

100 gram knackebrood vezelrijk bevat 26 gram voedingsvezel

100 gram (1 stuk) appelflap bevat 1,5 gram voedingsvezel

100 gram vifit goedemorgen drinkonbijt bevat 1 gram voedingsvezel
Opdracht
Fermenteerbare voedingsvezels en van niet-fermenteerbare voedingsvezels

  • Leg uit wat het is
  • Zoek uit hoe ze in het spijsverteringskanaal verwerkt worden en wat het effect is op onze gezondheid
  • Benoem ook voorbeelden van voedingsvezels en voeding waar dit in voorkomt.
  • Maak een overzichtelijk schema , zie voorbeeld op de volgende slide.

Dit is leerstof voor de toets!

Slide 11 - Tekstslide

Vezels hebben allerlei verschillende eigenschappen. Sommige zijn oplosbaar, sommige kunnen vloeistoffen wat dikker maken, sommige houden vocht vast en anderen dragen vooral bij aan het vormen van de ontlasting. Ook zijn er vezels die worden afgebroken door bacteriën in de dikke darm: 
fermenteerbare vezels. Vaak hebben vezels meerdere eigenschappen en ook vaak in meer of mindere mate. Ze zijn bijvoorbeeld goed oplosbaar en goed fermenteerbaar, of goed oplosbaar en nauwelijks fermenteerbaar.
Fermenteerbare vezels
Vezels worden niet verteerd door het maag-darmkanaal zoals andere voedingsstoffen. Dat betekent dat ons lichaam vezels niet als voedingstof in het bloed opneemt, maar dat ze onverteerd in de dikke darm belanden. Daar worden bepaalde typen vezels afgebroken door bacteriën. Dat heet fermentatie. Fermenteerbaar is dus iets anders dan verteerbaar.
Bij fermentatie komen ook stoffen en energie vrij die ons lichaam kan gebruiken. Vezels die niet gefermenteerd worden verlaten ongewijzigd het lichaam. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 70% van de voedingsvezels die we eten in de dikke darm wordt gefermenteerd. Zowel fermenteerbare als niet-fermenteerbare voedingsvezels zijn belangrijk voor de gezondheid en hebben specifieke eigenschappen.
Fermenteerbare vezels:
worden door de bacterieen in de dikke darm (microbiota) afgebroken.
leveren een beetje energie. Bij de fermentatie komt namelijk energie vrij, gemiddeld ongeveer 2 kilocalorieën per gram vezel. De darmcellen kunnen deze energie gebruiken.
worden omgezet in bepaalde vetzuren, zoals butyraat en acetaat. Butyraat is een belangrijke energiebron voor de cellen in de darmwand.
houden de massa in de darm soepel en zorgen voor een goede doorstroom, wat de stoelgang bevordert.
kunnen het LDL-cholesterol verlagen. Dit is goed voor de bloedvaten. Dit effect is aangetoond voor b-glucanen en pectine, soorten fermenteerbare vezels die onder andere voorkomen in haver, gerst en fruit.
Fermenteerbare vezels worden ook wel prebiotica genoemd.  

Niet-fermenteerbare vezels:
worden niet afgebroken door de bacteriën in de darmen en verlaten het lichaam ongewijzigd.
leveren geen energie.
vergroten het volume van de darminhoud, wat de stoelgang bevordert.
Voorbeeld voor verwerking

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul jullie format vertering koolhydraten aan met voedingsvezels.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet de functie van voedingsvezels
  • Je kunt opzoeken welke producten hoog zijn in voedingsvezels en welke producten laag zijn in voedingsvezels
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen fermenteerbare voedingsvezels en niet fermenteerbare voedingsvezels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies