gebit

Het gebit 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingSpeciaal OnderwijsLeerroute 7

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het gebit 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
1. Hoe ziet je gebit eruit 
2. De meest voorkomende problemen met het gebit
3. Hoe zorg je goed voor je gebit
4. QUIZ
5. Video + proefje
6. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Tandkroon
Dit is het bovenste deel van de tand of kies wat boven het tandvlees uitsteekt. Normaal gesproken is dit het enige zichtbare gedeelte van de tand. De vorm van de kroon bepaalt de functie van de tand of kies. Snijtanden zijn scherp en beitelvormig om voedsel mee af te bijten. Kiezen hebben een breed en knobbelig oppervlak om voedsel te vermalen en hoektanden zijn een mix van deze twee vormen.
Tandbeen
de laag onder het glazuur en vormt de rest van de stevige basis. Tandbeen is geliger en ook wat minder hard dan glazuur. Als het tandbederf door het glazuur is heen gedrongen, wordt vervolgens het tandbeen aangetast en verloopt het proces ook sneller. Het tandbeen bevat miljoenen minuscule buisjes (tubuli) die rechtstreeks naar de pulpa (zenuw) leiden. Bij blootliggende tandhalzen is deze geleiding goed te voelen bij bijvoorbeeld kou.
Tandhals
De tandhals of glazuurcementgrens is het gedeelte van tanden en kiezen waar het glazuur van de kroon overgaat in de wortel. De wortel is bedekt met een laagje cement, ook wel wortelcement genoemd.
Tandholte 
Het levende weefsel in de tand noemen we de pulpa. In het deel van de tand dat te zien is, dus alles boven het tandvlees, zit de pulpakamer. Daaronder zit het deel dat niet te zien is: de wortel die vastzit in de kaak. In de wortels zitten de pulpakanalen.
Tandvlees
Tandvlees is het zachte weefsel dat je tanden omringt. Eigenlijk vormt het met je kaak het fundament. Het beschermt de wortels van je tanden en houdt ze stevig in de kaak. Tandvlees is ook belangrijk omdat het bacteriën tegengaat die je tanden kunnen aantasten.
Glazuurlaag
de buitenste laag van de tand. Glazuur is het hardste, meest gemineraliseerde weefsel in het lichaam. Onder invloed van zuren die door bacteriën in de mond gevormd worden kan het glazuur oplossen, waarna gaatjes kunnen ontstaan.
Cement
Een tand of kies zit met een heleboel kleine vezeltjes vast aan het kaakbot. Deze vezeltjes zitten weer vast aan het cement op de wortel.
Pulpakamer
De wortelkanalen komen bij elkaar in de pulpakamer. Bij kinderen en jong volwassenen zijn de wortelkanalen breed en is de pulpakamer groot. Gedurende het leven zullen deze steeds kleiner worden doordat er vanuit de pulpa nieuw tandbeen wordt afgezet tegen de wanden. Bij wortelkanaalbehandeling is een goede toegang tot de pulpakamer essentieel om van daaruit de kanalen te kunnen vinden en behandelen.
Tandwortel
 Dit is het uiteinde van een wortel van de tand of kies. Een belangrijke structuur voor de tandarts omdat via dit uiteinde bacteriën het lichaam kunnen binnendringen en een ontsteking veroorzaken. Daarom zal bij een wortelkanaalbehandeling gepland worden om het wortelkanaal tot bijna bij de wortelpunt te reinigen en vullen. Of via een chirurgische benadering de wortelpunt van buiten af te verwijderen en/of te af te sluiten.

Slide 3 - Tekstslide

Gaatjes (cariës) 
Behandeling: tandarts boort het ´kapotte'  tandglazuur weg en vult het met een vulling.

Soms is tandbeen aangetast en kan tandwortel ontsteken.

Slide 4 - Tekstslide

Onsteking van je  tandvlees

Waaraan merk je het?

Oorzaken: slechte hygiëne, sommige ziektes, leeftijd, sommige medicijnen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe verzorg je de tanden?
1. Voordoen
2. Twee minuten poetsen
3. Twee keer per dag!
4. Ga  twee keer per jaar naar de tandarts voor controle!

Slide 6 - Tekstslide

De meeste kinderen beginnen op 7 jarige leeftijd met wisselen van melktanden
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

4000 jaar voor Christus poetsten mensen hun tanden al
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Om gaatjes te voorkomen is het beter om zo vaak mogelijk op een dag iets te eten of drinken
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Volwassenen krijgen sneller gaatjes dan kinderen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Sommige voedingsmiddelen en dranken veroorzaken verkleuring van je tanden
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Aan de slag 
- je gaat aan de slag met tandenpoetsen
-tandverklikkers 
-tandenstokers 

PAK EEN WERKKAART

Slide 13 - Tekstslide