mh1 Over Taal 3 + 4

WELKOM!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Quiz over taal blok 3 + 4

Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste omschrijving bij het woord: sector
A
Hoeveelheid materie
B
Definitie
C
Afdeling in de samenleving
D
Bewijs

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: typisch
A
Omschrijving
B
Kenmerkend
C
Eis
D
Uitzicht

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: volstaan
A
Samenvoegen
B
Duidelijk maken
C
Voldoende zijn
D
Opzoeken

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: duurzaam
A
Iets wat lang meegaat
B
Verzameling van vloertuigen
C
Voor de hand liggend
D
Opvatten

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: voorwaarde
A
Zonder meer
B
Duidelijk maken
C
Duidelijk op een rijtje zetten
D
Eis

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: onderzoek of iets in orde is
A
Inspectie
B
Vloot

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: hoeveelheid
A
Kwantiteit
B
Kwaliteit

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: omschrijving
A
Definitie
B
Massa

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: voor de hand liggend
A
Genetisch
B
Vanzelfsprekend

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: op een veilige plek gaan zitten
A
Nestelen
B
Permanent

Slide 12 - Quizvraag

Maak een zin met: genetisch

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin met: combineren

Slide 14 - Open vraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: strategie
A
Eerste optreden
B
Complot, geheim plan
C
Plan
D
Belangrijke rol

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: analyseren
A
Afzonderen
B
Onderzoeken hoe iets in elkaar zit
C
Wennen aan het klimaat
D
Zorgen dat iets gebeurt

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: expliciet
A
Veronderstelling
B
In kwestie
C
Nadrukkelijk
D
Opzoeken

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: precisie
A
Nauwkeurigheid
B
Duidelijk maken
C
Koppig
D
Opvatten

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord: reduceren
A
Een logische reden geven
B
Duidelijk maken
C
Zorgen dat iets gebeurt
D
Verminderen

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: beter, belangrijkers
A
Sjabloon
B
Superieur

Slide 20 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: precies hetzelfde
A
Identiek
B
Monopolie

Slide 21 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: complot, geheim plan
A
Samenzwering
B
Sleutelpositie

Slide 22 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: zorgen dat iets gebeurt
A
Isoleren
B
Afdwingen

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: opvallen door erg van iets te verschillen
A
Afsteken tegen iets
B
Halsstarrig

Slide 24 - Quizvraag

Maak een zin met: dosis

Slide 25 - Open vraag

Maak een zin met: impliciet

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk volgende les

  • Leren woordenlijsten blok 5 + 6

Slide 27 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 28 - Tekstslide