mh1 Over Taal 1 + 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

WELKOM!

Planning

• Quiz over taal blok 1 + 2

Kies de juiste omschrijving bij het woord: rubriek

1. Verschillen en overeenkomsten
2. Groep dingen die bij elkaar horen
3. Een logische reden
4. Bewijs

Kies de juiste omschrijving bij het woord: floppen

1. Duidelijk maken
2. Mislukken
3. Bewijzen
4. Vaststellen

Kies de juiste omschrijving bij het woord: interpreteren

1. Een logische reden geven
2. Duidelijk maken
3. Opvatten
4. Opzoeken

Kies de juiste omschrijving bij het woord: aantonen

1. Bewijzen
2. Duidelijk maken
3. Vaststellen
4. Opvatten

Kies de juiste omschrijving bij het woord: vergelijken

1. Een logische reden geven
2. Duidelijk maken
3. Duidelijk op een rijtje zetten
4. verschillen en overeenkomsten zoeken

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: iets wat je gevonden of bedacht hebt

1. Vondst
2. Waarneming

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: een logische reden geven

1. Beredeneren
2. Bepalen

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: van toepassing zijn

1. gelden
2. inhouden

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: iemand die veel verstand van iets heeft

1. Instructeur
2. Expert

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: onderlinge relatie tussen twee dingen

1. verhouding
2. bevatten

Maak een zin met: in kaart brengen

Maak een zin met: illustreren

Kies de juiste omschrijving bij het woord: conditie

1. Toestand
2. afwisseling
3. In grote lijnen
4. Diepgaand

Kies de juiste omschrijving bij het woord: primair

1. In de eerste plaats
2. Deel
3. In grote lijnen
4. Niet in orde

Kies de juiste omschrijving bij het woord: divers

1. Uiteraard
2. Deel
3. Verschillend
4. Overheersend

Kies de juiste omschrijving bij het woord: jubelen

1. Invoeren
2. Invloed uitoefenen op iets of iemand
3. Roepen van vreugde
4. Opvatten

Kies de juiste omschrijving bij het woord: intensief

1. Uiteraard
2. Zonder nadenken
3. In de eerste plaats
4. Hevig, diepgaand

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: onbewust gedrag of gevoel

1. Variatie
2. Instinct

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: beeldvormend

1. Oriënterend
2. Introduceren

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: in grote lijnen

1. Variatie
2. Globaal

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: het tegengestelde

1. Welteverstaan
2. Tegenstelling

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: bedoeld zijn voor

1. Dienen voor
2. Mankeren

Maak een zin met: dominant

Maak een zin met: motiveren

Huiswerk volgende les

• Leren woordenlijsten blok 3 + 4

Fijne dag!