P2 Uitvoering, Vormgeving & voorstelling

P2
Theorie: Vormgeving versus Voorstelling:
Mondelinge presentaties
Praktijk: Uitvoering van themawerkstuk Identiteit (verder gaan vanaf waar bij P1 gebleven)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

P2
Theorie: Vormgeving versus Voorstelling:
Mondelinge presentaties
Praktijk: Uitvoering van themawerkstuk Identiteit (verder gaan vanaf waar bij P1 gebleven)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
1. Toets bespreken
2. Kunstbeschouwen: vormgeving versus voorstelling
3. Creatief proces: teken/omschrijf hoe jouw proces ging!
4. start uitvoering: Film/Foto plan helemaal afmaken, voorbereiden om volgende week met uitvoering te starten. Experimenteer!! Maak aantekeningen!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets bespreken
1. Vraag goed lezen! Wat wordt er gevraagd + over welke afbeelding gaat het?
2. Antwoord niet te vaag en toelichten! 
>> Geen woorden als normaal, apart, goed, lelijk, slecht, net echt, anders etc gebruiken!!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg toets bespreken
3. begrippen: vormcontrast, abstract/figuratief, complementair,
4. hoe verbeeldt je ruimte?
5. afbeelding omschrijven aan de hand van Ordening, Standpunt, Licht, Ruimte
6. Creatief proces.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn aspecten van de vormgeving?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kunstbeschouwing
  • bekijken van kunst
  • begrippen toepassen

  • trainen van inzicht
  • formuleren van antwoorden oefenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorstelling

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeving

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen
 VOORSTELLING en VORMGEVING

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORSTELLING

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kijkt eerst: ís er een voorstelling?
Oftewel: stelt het iets voor?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er een voorstelling?
Stelt het iets voor?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dan is het 'figuratief'.
Je kunt er iets in herkennen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een figuratieve voorstelling kan zijn: 
1
realistisch


2
gestileerd


3
geabstraheerd


hoe het is gemaakt lijkt net echt
een 'versimpelde' versie
het lijkt bijna abstract maar nog net niet

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een realistisch schilderij...
  • is altijd figuratief
  • lijkt 'net echt'
  • plasticiteit, licht en stofuitdrukking zijn vaak belangrijk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gestileerde voorstelling...
  • is figuratief
  • is een versimpelde versie
  • meestal blijven de belangrijkste vormen en lijnen behouden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een geabstraheerde voorstelling...
  • lijkt bijna abstract maar is het niet
  • het stelt dus wél iets voor
  • het resultaat is half abstract
  • vaak geeft de titel aan wat het voorstelt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er een voorstelling?
Stelt het iets voor?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dan is het 'abstract' of 'non-figuratief'.
Je kunt er niets in herkennen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk zonder voorstelling is: 
abstract / non-figuratief


het stelt niks herkenbaars voor


het gaat puur om de lijnen, vormen 
    en kleuren in het werk


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VORMGEVING

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de vormgeving bekijk je:
  • hoe worden de beeldaspecten toegepast
  • welke materialen worden gebruikt
  • welke technieken worden toegepast

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEELDASPECTEN
VORM
KLEUR
RUIMTE
LICHT
COMPOSITIE
TEXTUUR/STRUCTUUR

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruikte materialen
Welke materialen zijn er gebruikt zijn om het werk te maken?
Zoals bijvoorbeeld:
klei, hout, steen, verf, marmer, papier, brons, potlood, stof, garen, inkt, karton, houtskool, enz.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aantal voorbeelden: 
porselein, stof en borduurgaren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

olieverf op doek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

papier knipsels

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

brons

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruikte technieken
Welke techniek is er, of welke technieken zijn er gebruikt?
Zoals bijvoorbeeld:
tekenen, schilderen, graveren, boetseren, beeldhouwen, etsen, construeren, enz.
Hanteringswijze =
bekijk hóe de materialen zijn toegepast

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld:
Materialen: beide olieverf op doek
Techniek: beide zijn geschilderd
Maar de hanteringswijze van de kwast en de verf verschilt!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verf is in streepjes aangebracht met een losse 'toets'
verf is aangebracht door spetters en druppels

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend: 
 VOORSTELLING                                                    VORMGEVING
Wat zie je? Is er een voorstelling?
Hoe is het vormgegeven?
Ja er is een herkenbare voorstelling, het is dan dus figuratief
  • realistisch
  • gestileerd
  • geabstraheerd
Nee er is géén voorstelling, het is abstract of non-figuratief
Over welke beeldaspecten kun je wat zeggen:
  • kleur
  • vorm
  • compositie/ordening
  • licht
  • ruimte
  • textuur
Welke materialen zijn gebruikt?
Welke technieken zijn toegepast?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is het verschil tussen vormgeving en voorstelling?
is hier een overeenkomst in voorstelling of vormgeving?

Slide 35 - Tekstslide

in de eerste plaats vraag je de klas wat het verschil is tussen de begrippen voorstelling en vormgeving, later betrek je de afbeeldingen er bij.
Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
Dit stilleven verbeeld de sterfelijkheid van de mens
De lichtval versterkt de dramatiek van het werk.
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Het geheel is heel diagonaal geordend

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 aspecten van de voorstelling waarmee schilder Munch de melancholie verbeeldt.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het onderdeel naar de goede kant:
Vormgeving
Voorstelling
Koele kleuren
Jonge man
complementair kleurcontrast
ernstige blik
strepen en lijnen

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord zegt iets over de aspecten van de voorstelling?
A
De foto is zwart-wit
B
Het kader is staand gekozen
C
Het verwijst naar stereotype beeld Afrika
D
Er is weinig diepte te zien

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is zomer. Noem 1 asp. vd vormgeving dat dit verbeeldt

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is zomer. Noem 1 asp.vd voorstelling dat dit verbeeldt

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 begrippen passen bij deze afbeelding?
Ritme
driehoeks compositie
Licht-donker contrast
Vormcontrast

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies