Hard- en Software deel 4

Hard- en Software deel 4


Netwerken en internet
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hard- en Software deel 4


Netwerken en internet

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat Wifi voor?
A
Wireless interface for internet
B
Wide internet feedback injection
C
Wireless fidelity
D
Weet Ik Fiel

Slide 2 - Quizvraag

Eerste netwerken
Centrale mainframe van bedrijf
Werknemers achter terminals:
  • Toetsenbord
  • Beeldscherm
  • Netwerkaansluitng

Nu nog: client-server model op het internet

Slide 3 - Tekstslide

Het internet
Een groot computernetwerk
Eigenlijk: een netwerk van netwerken

Begonnen door "aan elkaar knopen" van enkele van die mainframe & terminal netwerken

Adressering nodig: IP adressen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een correct IP adres?
A
16.321.72.21
B
163.21.72.21
C
163.217.221
D
16.32.12.2.21

Slide 5 - Quizvraag

Deep web vs public web

Slide 6 - Tekstslide

Bekabelde aansluitingen
Koperkabels:
  • Telefoon of tv kabels (oude huisaansluitingen)
  • Twisted-pair kabels (UTP) --> PC's school
  • Stroomkabels
Glasvezelkabels:
  • Onder oceaan
  • In woonwijken en bedrijventerreinen (veel in aanleg)
  • In datacenters

Slide 7 - Tekstslide

Draadloze verbindingen
Wifi --> "Draadloze versie" van bekabeld netwerk
4G --> Via telefoonproviders (5G begint te komen)
Bluetooth --> Verbinden van apparaten dichtbij (paar meter)
LoRaWAN (Long Range Wide Area Network) -->
  • Communicatie tussen sensoren (Internet of Things)
  • Zeer laag stroomverbruik (en traag, maar dat is niet erg)
  • Bereik van enkele kilometers

Slide 8 - Tekstslide

Benodigde hardware
NIC (network interface card)
Hardware die voor aansluiting op het
netwerk zorgt.
Zowel Wifi als Ethernet (bedraad)

Soms losse hardware
Soms op moederbord (telefoon)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een router en een switch?

Slide 10 - Open vraag

Router en switch
Switch: verbindt meerdere apparaten in een netwerk. Stuurt berichten door naar juiste onderdeel

Router: Is verbinding tussen het netwerk 
en de "buitenwereld" (het internet)
Hier komen complexe protocollen
en beveiligingszaken bij kijken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Protocollen
Om al die internetcommunicatie mogelijk te maken, zijn er afspraken over hoe informatie wordt uitgewisseld: protocollen

Er zijn protocollen voor van alles, zoals:
  • Computers vindbaar maken op het intenet: TCP/IP 
  • Webpagina's versturen: HTTP, HTTPS (versleuteld)
  • e-mail versturen: POP3, IMAP

Slide 13 - Tekstslide

Ip-adressen
IPv4 adressen: bv. 124.45.198.240 (4 getallen tussen 0 en 255)
  • 232 adressen (ruim 4 miljard)
  • Raken op!
  • Opgelost met NAT (network adress translation

IPv6 adressen: bv. 2001:0db8:85a3:0000:1319:8a2e:0370:7344
  • 8 x 4 hexadecimale getallen (2128 bits lang ofwel 3,4 *1018 adressen!)
  • Wordt nieuwe standaard, maar overstap gaat traag.

Slide 14 - Tekstslide

Domeinnamen en DNS
Domeinnamen zijn makkelijker te
onthouden dan IP-adressen.
DNS (Domain Name Service) vertaalt domein naar IP-adres
  • Top level domains van landen (.nl, .be, .eu, etc.)
  • Top level domains van type instelling (.com, .org, .edu, .gov)
  • Inmiddels van alles (.coffee, .hiphop, .sucks, ...)

Slide 15 - Tekstslide

Je ziet regelmatig de het top-level
domein .tv opduiken.
2-lettercodes zijn altijd landen. Welk land is .tv?

Slide 16 - Open vraag

Tovalu (.tv)
Eiland in Polynesië
Zijn zelfstandig land, dus eigen domein
Verdienen meer aan domeinnamen dan aan andere producten :)

Buureiland Niue doet ook goede zaken met domein .nu

Slide 17 - Tekstslide