2th herhaling hoofdstuk 1 t/m 3

Herhaling hoofdstuk 1 t/m 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?

Slide 4 - Open vraag

De uitgangen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor (elles) ...... ?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Mon chat est rouge
Ma chambre est rouge aussi

Le mur jaune
Les maisons jaunes

Slide 14 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Maak de zin op drie manieren vragend:
Tu as un chien.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Mon petit frère est malade (niet meer)

Slide 20 - Open vraag

Demain, il peut aller au collège.
(nog niet) ____________________________

Slide 21 - Open vraag

Ses copains Louis et Gerard sont malades (nooit)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat in het Nederlands?
mijn boek
jouw huis
zijn/haar tante
mijn hond
haar vriendinnen
jouw school 

Slide 24 - Tekstslide

(mijn)Frère
A
ma
B
son
C
mon
D
sa

Slide 25 - Quizvraag

(jouw)amie
A
ton
B
ta
C
son
D
ma

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

...... match est très important.
A
ce
B
cet
C
ces
D
cette

Slide 28 - Quizvraag

.. garçons sportifs jouent bien.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 29 - Quizvraag