5.2 Besluiten en besturen (watersnoodramp)

5.2 Besluiten en besturen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

5.2 Besluiten en besturen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie:

  • Uitleggen wat we verstaan onder de watersnoodramp
  • Voorbeelden geven hoe de wederopbouw eruit zag na de watersnoodramp
  • Verklaren waarom het zo belangrijk is dat burgers invloed hebben op de regering
  • Uitleggen wat we verstaan onder trias politica
  • Uitleggen wat we verstaan onder de begrippen: wetsvoorstel, democratie, evenredige vertegenwoordiging, actief/passief kiesrecht, provinciale staten, staatssecretaris, uitvoerende macht, rechtelijke macht en wetgevende macht, enz.

Slide 2 - Tekstslide

31/01 - 01-02-1953

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Watersnoodramp
Oorzaak of een gevolg?

Hoe kan je dat uit de afbeeling halen?

Slide 5 - Tekstslide

Primaire en secundaire bronnen
Wat is een primaire of secundaire bron?
En welke bron is primair ?
Welke secundair?

Slide 6 - Tekstslide

Invloed op de politiek
  • Na de watersnoodramp stopte de overheid miljarden euro’s in de Deltawerken.
  • Doel: Nooit meer een watersnoodramp!
  • “ U bent veilig!”Aldus oud-koningin Beatrix.

Slide 7 - Tekstslide

Invloed op de politiek
  • Regering moest een adviesorgaan krijgen om veiligheid van de kust te verdedigen.
  • Wetsvoorstel: 1955 Deltawet
  • Burgers ook inspraak: democratie = volk kiest

Slide 8 - Tekstslide

  • Regering moest een adviesorgaan krijgen om veiligheid van de kust te verdedigen.
  • Wetsvoorstel: 1955 Deltawet
  • Burgers ook inspraak: democratie = volk kiest

Slide 9 - Tekstslide

Invloed in de politiek
  • Elke 4 jaar: verkiezingen om Tweede Kamer (150 leden)

  • Nederlands staatsburgers kiezen hun vertegenwoordiger. ---> actief kiesrecht
  • Nederlands staatsburgers mogen zichzelf ook verkiesbaar stellen ---->passief kiesrecht

Slide 10 - Tekstslide

Tweede Kamer 
heeft 2 machten:

Uitvoerende macht en Wetgevende macht. Je kan alleen regeren als je meer macht hebt dan je concurrenten: 
151 zetels (stoelen)

Slide 11 - Tekstslide

Hoe komt een regering tot stand?
1. Verkiezingsuitslag
2. Parlement benoemt een informateur
3. Informateur bekijkt welke partijen willen samenwerken
4. Opstellen van een regeerakkoord
5. Formateur gaat op zoek naar ministers


Slide 12 - Tekstslide

Invloed op de politiek
Eerste kamer (75 leden): Controlerende functie --> vb. wetsvoorstellen controleren

Eerste kamer wordt niet gekozen door de burgers, maar door de provincie (provinciale staten)

Slide 13 - Tekstslide

Nederlands politiek systeem

Slide 14 - Tekstslide

Trias politica
De Nederlandse macht in de regering is gescheiden: Trias politica -->Trias = 3
  1. Wetgevende macht --> 1e en 2e kamer + regering
  2. Uitvoerende macht --> regeringspartij
  3. Rechterlijke macht --> rechtbank met rechters

Slide 15 - Tekstslide

Politiek op verschillende niveau's
Nationaal : Regering in Den-Haag die heel Nederland bestuurd. Maken van nationale wetten die in het hele land gelden. Minister- President is de baas. (Nu Mark Rutte) (wetgevende en uitvoerende macht in 1e en 2e kamer) Rechterlijke macht bij de rechters.

Provinciaal: bestuur in de 12 provincies: Vb. Arnhem is hoofdstad van de provincie Gelderland en kent het provinciehuis: dagelijks bestuur van de provincie. Baas van de provincie is de commissaris van de koning. (Nu in Gelderland John Berends)

Regionaal: Gemeentes (355 in totaal) die hun bestuur uitoefenen in hun stad of dorp. Burgermeester is de baas van de gemeente. Hij werkt samen met zijn wethouders. (vb. Arnhem: Ahmed Marcouch)

Slide 16 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand?
1. Voorbereiding van het wetsvoorstel op het minister
2. Wetsvoorstel wordt besproken in de ministerraad
3. Raad van State komt met een advies
4. Wetsvoorstel wordt behandeld in de Tweede Kamer
5. Er wordt gestemd in de Tweede Kamer
6. Er wordt gestemd in de Eerste Kamer
7. Koning en minister ondertekenen de wet
8. De wet treedt in werking na publicatie in het Staatsblad

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdrachten 1 t/m 3 + 5 en 6 van paragraaf 5.2 
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide