PBFG3 - Les 2 - H41 Soorten hormonen

PBFG3: Vergelijkende Anatomie en Fysiologie - Deel II

Les 2
Sander Harting - s.harting@aeres.nl
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

PBFG3: Vergelijkende Anatomie en Fysiologie - Deel II

Les 2
Sander Harting - s.harting@aeres.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
Een deel van de communicatie in je lichaam is afhankelijk van verschillende typen hormonen, en verschillende typen receptoren. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Campbell Hoofdstuk 41




Hormonen
Paragraaf 41.1, deels 41.2 en 42.5 helemaal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren en hormonen

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?
Eindtermen HAVO-eindexamen: de werking van hormoonklieren en hun specifieke hormonen beschrijven en afleiden hoe de doelorganen daarop reageren

Concepten: hormoonklieren, exocrien, endocrien, doelwitorganen, hormoonreceptor, hormoonconcentratie, insuline, glucagon, eilandjes van Langerhans.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Op het tentamen moet je het volgende kunnen:
  • De zes verschillende manieren van signalering in en om het lichaam met elkaar kunnen vergelijken.
  • De verschillen tussen polypeptide- en steroïdhormonen en amines kunnen beschrijven adhv hun chemische kenmerken.
  • Op basis van de verschillen tussen steroïd- en wateroplosbare hormonen kunnen voorspellen hoe en bepaalde stof een reactie uitlokt in een doelwitcel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenlijst

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie in het lichaam
Neuraal systeem (zenuwstelsel)
  • Snelle electrische signalen, neuronen die andere cellen aanzetten tot actie (of juist niet)
  • Denk aan: Iets waarbij snelle actie nodig is, zoals een voetbal die op je af komt
Endocrien systeem (hormoonstelsel)
  • Afgifte van hormonen --> werkt langzamer, maar houdt ook lang(er) aan
  • Denk aan: Voortplanting, ontwikkeling, energiehuishouding, groei en gedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische intercellulaire communicatie
Intercellulaire communicatie vindt plaats door middel van verschillende typen regulatoren:
  • Lokale regulatoren (signaalstoffen) (2x)
  • Neurohormonen
  • Neurotransmitters
  • Feromonen
  • Hormonen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 41.1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lokale regelstoffen
Paracriene regelstoffen -> werken in op cellen in de buurt



Autocriene regelstoffen -> werken in op de producerende cel zelf (vaak fysiologische processen zoals bloeddruk)
Referentie
Plaatjes komen uit:
Campbell ed. 11, H41.1

Slide 11 - Tekstslide

Plaatjes komen uit:
Campbell ed. 11, H41.1, pagina
Lokale regelstoffen
Voorbeelden:
  • Cytokinen (immuunsysteem) en groeifactoren.
  • Stikstof-oxide (NO) -> Verwijding van de vaten, Viagra verlengt dit effect.
  • Prostaglandines -> lokale ontsteking: Spiercontracties, stimuleert koorts & ontsteking, pijnversterkend, functie bij bloedstolling.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neurotransmitters en hormonen
Innervatie -> Afgifte neurotransmitter



Neuro-endocrien -> Neurohormonen
Referentie
Plaatjes komen uit:
Campbell ed. 9, fig. 45.2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intercellulaire communicatie: Feromonen
Feromonen -> chemische stoffen die naar het externe mileu worden uitgescheiden -> Intra-specifieke communicatie 
Rollen:
  • Merken voedselroutes
  • Waarschuwingssignalen
  • Aantrekken van mogelijke voortplantingspartners

Waarnemen: Orgaan van Jacobson (reptielen)/vomeronasaal orgaan (mens)
Referentie
https://montseiserte.com/wp-content/uploads/el-poder-de-les-feromones-420x279.jpg

Slide 14 - Tekstslide

Referentie: https://montseiserte.com/wp-content/uploads/el-poder-de-les-feromones-420x279.jpg
Referentie
Orgaan van Jacobson: http://www.ronaldschulte.nl/images/tekening_slang.jpg

Vomeronasaal orgaan: http://phiero.com/nl/wp-content/uploads/sites/14/2014/10/infografia1.jpg

Slide 15 - Tekstslide

Referentie: 
Orgaan van Jacobson: http://www.ronaldschulte.nl/images/tekening_slang.jpg
Vomeronasaal orgaan: http://phiero.com/nl/wp-content/uploads/sites/14/2014/10/infografia1.jpg
Chemische intercellulaire communicatie: Hormonen
Hormonen --> signaalstoffen die worden vervoerd door het lichaam

Endocriene klieren --> geven hormonen direct af aan omringend weefsel
Exocriene klieren -> Afvoerkanalen geven stoffen af aan lichaamsoppervlakte of lichaamsholte
Referentie
Plaatjes komen uit:
Campbell ed. 9, Fig 45.2

Slide 16 - Tekstslide

Plaatje komt uit:
Campbell ed. 9, Fig 45.2
Overzicht voornaamste endocriene klieren
Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.4

Slide 17 - Tekstslide

Plaatje komt uit:
Campbell ed. 9 Figuur 45.4
Type hormonen

3 klassen hormonen (polypeptiden, steroïden en amines) worden in 2 categoriën ingedeeld:

  1. Water-oplosbaar -> Hydrofyl 
  2. Vet-oplosbaar --> Hydrofoob

 ! Onthoud daarbij: Celmembraan = Fosfolipidendubbellaag ('vetlaagje')
Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.5

Slide 18 - Tekstslide

Plaatje komt uit: Campbell ed. 9 Figuur 45.5
Celmembraan ('vetlaagje')
Referentie
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/d/da/Cell_membrane_detailed_diagram_en.svg/877px-Cell_membrane_detailed_diagram_en.svg.png

Slide 19 - Tekstslide

Referentie:
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/d/da/Cell_membrane_detailed_diagram_en.svg/877px-Cell_membrane_detailed_diagram_en.svg.png
Effecten van hormonen
Meestal heeft een hormoon niet direct een effect
--> Er is een 'vertaalslag' nodig

--> Signaal-transductie-pathway

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water-oplosbaar hormoon
Vet-oplosbaar hormoon
Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.6

Slide 21 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.6
Vet-oplosbaar hormoon
  1. Diffusie
  2. Transport gebonden in bloedbaan
  3. Genregulatie
Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.6

Slide 22 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 Figuur 45.6
Vetoplosbare hormonen
Reguleren vaak gen-expressie.
  • Gaan een doelwitcel in, binden in de cel aan een receptor. Het hormoon-receptor-complex verplaatst zich dan de celkern in, waar het gen-expressie beïnvloedt.
  • Uitzondering: niet-steroïde vetoplosbare hormonen zoals thyroxine & Vitamine D -> direct naar de celkern.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.8

Slide 24 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.8
Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.8

Slide 25 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.8
Water-oplosbaar hormoon
  1. Exocytose
  2. Vrij in bloedbaan
  3. Werking dmv second messenger
Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.6

Slide 26 - Tekstslide

Referentie: 
Campbell ed. 9 figuur 45.6
Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.7

Slide 27 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 Figuur 45.7
Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.7

Slide 28 - Tekstslide

Referentie: Campbell ed. 9 Figuur 45.7
Meervoudige effecten van hormonen
Hormonen kunnen in verschillende diersoorten andere effecten hebben.
  • Hoe?

  • Andere receptor op of in doelwitcellen
  • Andere signaal-transductie-pathway
  • Ander eiwit wat voor een reactie zorgt


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten epinefrine ('fight or flight-hormoon')
Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.9

Slide 30 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.9
Glucose-huishouding lichaam
Insuline en glucagon werken als antagonisten
-> Doel: Handhaven bloedsuikerspiegel in het bloed

Pancreas: Bevat eilandjes van Langerhans, die bestaan uit:
  1. Alfa-cellen -> productie glucagon
  2. Beta-cellen -> productie insuline

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema bloedsuiker-spiegel
Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.13

Slide 32 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.13

Werking Insuline

  • Stimuleren celopname  glucose
  • Vertragen glycogeenafbraak in de lever
  • Stimuleren vetopslag

Werking Glucagon

  • Toename bloedsuikerspiegel
  • Stimuleren omzetting glycogeen naar glucose in de lever
  • Afbraak van vetten en eiwitten tot glucose


Tip!
www.bioplek.org/animaties/homeostase/eilandjesvl.html

Slide 33 - Tekstslide

Tip:
www.bioplek.org/animaties/homeostase/eilandjesvl.html
Paragraaf 41.2
Het endocriene systeem werkt veel met (negatieve) feedbacksystemen en hormonale antagonisten

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Simpele negatieve terugkoppeling
  1. Lage pH in duodenum (dunne darm)
  2. S-cellen in duodenum geven secretine af
  3. Reactie in pancreas (alvleesklier)
  4. Afgifte bicarbonaat

Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.11

Slide 35 - Tekstslide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.11
Lesdoelen
Op het tentamen moet je het volgende kunnen:
  • De zes verschillende manieren van signalering in en om het lichaam met elkaar kunnen vergelijken.
  • De verschillen tussen polypeptide- en steroïdhormonen en amines kunnen beschrijven adhv hun chemische kenmerken.
  • Op basis van de verschillen tussen steroïd- en wateroplosbare hormonen kunnen voorspellen hoe en bepaalde stof een reactie uitlokt in een doelwitcel.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even testen.... :-)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thyroxine heeft een negatief effect op TSH. Welke grafiek geeft dit juist weer?
A
Grafiek I
B
Grafiek II
C
Grafiek III
D
Grafiek IV

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen worden via de bloedbaan door het hele lichaam vervoerd maar hebben enkel effect op een aantal specifieke weefsels of cellen. Hoe komt dit?
A
De hormonen worden rechtstreeks naar de doelwitcellen getransporteerd
B
De hormonen worden naar alle cellen getransporteerd, maar alleen de doelwitcellen hebben receptoren voor het hormoon
C
De hormonen worden naar alle cellen getransporteerd, maar kunnen enkel de doelwitcellen binnendringen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Epinefrine veroorzaakt een verhoging van het bloedsuikergehalte, een vernauwing van enige bloedvaten en verwijding van enkele andere bloedvaten. Hoe kan dit?
A
Doelwitcellen hebben verschillende receptoren voor hetzelfde hormoon en verschillende signaal-transductie-pathways
B
Doelwitcellen hebben dezelfde receptoren maar verschillende signaal-transductie-pathways
C
Doelwitcellen hebben dezelfde receptoren en dezelfde signaal-transductie-pathways
D
Meer dan één antwoord is correct

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Orgaan X produceert hormoon A. A stimuleert cel Y tot de productie van Z. hoe kan dit proces worden bijgestuurd?
Referentie
Plaatje komt uit: Campbell ed. 9 hoofdstuk 41.
A
Z stimuleert orgaan X tot de productie van hormoon A
B
Z stimuleert cel Y tot de productie van product Z
C
Z remt orgaan X in de productie van hormoon A
D
Z remt cel Y in de productie van Z

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
Een deel van de communicatie in je lichaam is afhankelijk van verschillende typen hormonen, en verschillende typen receptoren. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen Campbell paragraaf:
  • 41.2
  • 41.3
  • 42.5

https://edpuzzle.com/assignments/5b97d432c028ae40522f4939/watch

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies