Hoofdstuk 3 politiek herhaling 3.1 tot 3.5

Politiek
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Welke van de volgende situaties zijn NIET in het algemeen belang?
A
Veiligheid
B
Vakanties
C
Gezondheid
D
Openbaar vervoer

Slide 2 - Quizvraag

Heeft Nederland een directe of indirecte democratie?
direct
indirect

Slide 3 - Poll

Leg je telefoon omgedraaid op de hoek van je tafel

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste kenmerk van een democratie?
A
Het volk heeft invloed op de politieke besluiten
B
Het volk bepaald wie er minister-president wordt
C
volk kiest wat er moet gebeuren
D
Het volk is tevreden over het bestuur van een land

Slide 5 - Quizvraag

Een volksstemming over een bepaald onderwerp heet een:
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
C
Referendum
D
Democratie

Slide 6 - Quizvraag

Als jullie straks naar de stembus mogen maken jullie gebruik van je ..
A
Passief kiesrecht
B
Actief kiesrecht

Slide 7 - Quizvraag

Leg je telefoon omgedraaid op de hoek van je tafel

Slide 8 - Tekstslide

Actief kiesrecht betekent dat iemand:
A
Zich verkiesbaar mag stellen bij de verkiezingen
B
Een politieke partij mag oprichten
C
Bij verkiezingen mag stemmen
D
De standpunten van politieke partijen goed kent

Slide 9 - Quizvraag

Rechtse politieke partijen vinden dat de overheid meer regels voor burgers en bedrijven moet maken
Waar
Niet waar

Slide 10 - Poll

Linkse politieke partijen willen dat mensen vooral voor zichzelf zorgen
Waar
Niet waar

Slide 11 - Poll

Links
Midden
Rechts
SP
VVD
PVDA
PVV
CDA

Slide 12 - Sleepvraag

Het verschil tussen rijk en arm moet kleiner worden
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 13 - Quizvraag

Strengere straffen voor criminelen
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 14 - Quizvraag

De overheid moet mensen alleen helpen als het echt nodig is
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 15 - Quizvraag

Hoge belastingen
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen politieke stroming
A
Liberalisme
B
Sociaal democratie
C
De rechtse democratie
D
Christendemocratie

Slide 17 - Quizvraag

Leg je telefoon omgedraaid op de hoek van je tafel

Slide 18 - Tekstslide

Vooral de overheid moet volgens de Christen-democratie de zorg voor ouderen op zich nemen
Waar
Niet waar

Slide 19 - Poll

Vrijheid en veiligheid zijn de waarden van
Het liberalisme
De sociaal-democratie
De christen democratie

Slide 20 - Poll

Gelijkwaardigheid en solidariteit zijn de waarden van
Het liberalisme
De sociaal-democratie
De christen democratie

Slide 21 - Poll

Naastenliefde en geloof zijn de waarden van
Het liberalisme
De sociaal-democratie
De christen democratie

Slide 22 - Poll

Christen democratie
Liberalisme
Sociaal democratie
VVD
FVD
PVDA
SP
SGP
Christen Unie

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is geen populistische uitspraak?
A
Migratie in Nederland moet naar 0
B
Europese landen moeten meer samenwerken
C
Straffen moeten zwaarder
D
Wij spreken namens de wil van het volk

Slide 24 - Quizvraag

Wie zitten er in de regering?

Slide 25 - Open vraag

Wie zitten er in het kabinet?

Slide 26 - Open vraag

Leg je telefoon omgedraaid op de hoek van je tafel

Slide 27 - Tekstslide

Wie zitten er in het kabinet?

Slide 28 - Open vraag

Wie zitten er in de regering?

Slide 29 - Open vraag

De ministers zijn afkomstig uit
A
De coalitie
B
Oppositie
C
CDA, VVD, CristenUnie, D66
D
De Eerste Kamer

Slide 30 - Quizvraag

Een staatssecretaris is
A
de voorzitter van de ministerraad
B
Het hulpje van de minister
C
Het hulpje van de koning

Slide 31 - Quizvraag

In ... staat wat de regeringspartijen de komende jaren willen bereiken
A
Het regeerakkoord
B
De grondwet
C
De troonrede
D
De miljoenennota

Slide 32 - Quizvraag

Wat is geen taak van de koning?
A
Wetten ondertekenen
B
Stemmen over wetsvoorstellen
C
Op staatsbezoek gaan
D
Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 33 - Quizvraag

Koning
Minister
Staatssecretaris
Is de baas van de staatssecretaris
Komt met collega's elke vrijdag samen om zaken te bespreken. 
Een belangrijke taak is het uitvoeren van het regeerakkoord
Is verantwoordelijk voor een deel van de taken van de minister
Overlegt geregeld met de minister-president, maar heeft geen politieke macht
Maakt deel uit van het kabinet, maar is geen minister. 
Plaatst een handtekening onder alle aangenomen wetten
Vertegenwoordigt ons land in het buitenland bij een staatsbezoek

Slide 34 - Sleepvraag

Leg je telefoon omgedraaid op de hoek van je tafel

Slide 35 - Tekstslide

De Tweede kamer bestaat uit 75 leden en de Eerste Kamer uit 150 leden
Waar
Niet waar

Slide 36 - Poll

De twee hoofdtaken van het parlement (eerste en tweede kamer samen) zijn:
A
Wetgeving
B
Uitvoeren van de wetten
C
Controleren van het kabinet
D
Om de 4 jaar op de Bordes-foto

Slide 37 - Quizvraag

Hoe verloopt een wetsvoorstel? Zet ze in de goede volgorde van 1 tot 8. 
1
2
3
4
5
6
7
8
Er is een maatschappelijk probleem
Publicatie wet op officiëlebekendmakingen.nl 
Koning ondertekend de wet
Wetsvoorstel van een minister of Tweede kamerlid
Eerste Kamer stemt
Tweede Kamer stemt
Tweede Kamer debatteert
Tweede Kamerleden dienen amandementen in 

Slide 38 - Sleepvraag

Wat zijn de begrippen / onderdelen uit Thema 3 waar je nog wat uitleg over wilt krijgen?

Slide 39 - Open vraag