2.2 van meerder Goden naar 1 God

HW: opdracht 1 t/m 11 van 2.1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

HW: opdracht 1 t/m 11 van 2.1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wie was het belangrijkste en wie het onbelangrijkste in de Romeinse samenleving?
1
2
3
4
Keizer
Slaven
Germanen
Romeinse burger

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Ze sloten veel verdragen.
B
Ze veroverden veel gebieden.
C
Ze betaalden veel geld voor nieuwe gebieden.
D
Ze hadden sterke Goden.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is géén voorbeeld van Romanisering?
A
Latijns spreken
B
Aquaducten bouwen
C
Germaanse goden aanbidden.
D
Toga dragen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een Romeinse uitvinding?
A
dakpannen
B
centrale verwarming
C
waterleidingen
D
beton en cement

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

2.2 van meerdere goden naar 1 God
Je kunt uitleggen:
- Welk geloof de Romeinen hadden.
- Hoe uit het jodendom het christendom ontstond.
- Hoe er in het Romeinse Rijk godsdienstvrijheid kwam en hoe de katholieke kerk georganiseerd is.
- Hoe het Romeinse Rijk aan zijn eind kwam.

Slide 8 - Tekstslide

De godsdienst van de Romeinen
Tempels

Meerdere goden

Slide 9 - Tekstslide

Mochten Germanen in het Romeinse Rijk hun eigen goden blijven aanbidden?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat weet jij eigenlijk al
van het jodendom?

Slide 11 - Woordweb

Wat weet jij eigenlijk al
van het christendom?

Slide 12 - Woordweb

het jodendom 
Jodendom: godsdienst van de joden.
Synagoge: kerk van de joden.
Thora: heilige boek van de joden.

De joodse mensen wonen in Judea.
Nu het gebied Israël/Palestina.
Hier waren de Romeinen de baas.

Slide 13 - Tekstslide

Ontstaan Christendom
Het Christendom is ontstaan uit het Jodendom.
  • Jezus van Nazareth was een Joodse man die rondreisde in de omgeving Judea
  • Hij vertelde dat God goede mensen beloonde en slechte mensen zou straffen
  • Jezus krijgt veel aanhangers (volgers)
  • De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem.

Slide 14 - Tekstslide


Christenen

  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde / verlosser' betekent.  
  • Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

Christenen in het Romeinse Rijk
  • Volgens het Christendom was iedereen gelijk (in de hemel). Dit sprak veel mensen aan en hierdoor kreeg dit geloof steeds meer aanhangers; ook in het Romeinse Rijk. 
  • Christenen geloofden maar in 1 God.
  • De keizer werd door de romeinen als God gezien en behandeld. De christenen (net als de joden) wilden de keizer niet op deze manier vereren.


Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 2.2

Slide 17 - Tekstslide

Een nieuwe staatsgodsdienst

Slide 18 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 19 - Tekstslide


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 20 - Tekstslide


Staatsgodsdienst

  • In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden. 
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 21 - Tekstslide

Christendom toegestaan
  • Keizer constatijn zorgde voor het stoppen van de christenvervolging: edict van Milaan in 313.
  • Vanaf 394 is het christendom het enige toegestane geloof.
  • De bisschop van Rome (de paus) wordt steeds belangrijker

Slide 22 - Tekstslide

De ondergang van het Romeinse Rijk

Slide 23 - Tekstslide