Les 2 Psychiatrie leerjaar 2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Toets datum!
Herhaling
Leerdoel
Theorie/vragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets
MZ9SH maandag 12 april eindopdracht 
Psychiatrie + Dak en thuisloze

Wat moet je leren: reader, PowerPoint/ Lesson up lessen en aantekeningen

Beroepshouding = aanwezigheid en opdrachten inleveren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk woensdag
Geef jou mening over de DSM 5 en benoem hierbij de voordelen en de nadelen.

Als voordelen is het handig, want het is overzichtelijk en duidelijk, hulpmiddel

Er zijn een aantal richtlijnen in de DSM die misleidend zijn waardoor mensen te snel een label van ‘ziek’ krijgen.  Er staan te veel stoornissen in waardoor er eigenlijk een te groot aantal mensen onder die kopjes vallen.




Vind jij dat iedereen die anders is een diagnose moet krijgen?

Nee, sommige mensen gaan ze zich alleen maar slechter voelen met een label en voelen zich dan ‘ziek’. Of voelen zich ‘anders’, waardoor er veel onzekerheid kan ontstaan. 

Wat zouden de voordelen zijn wanneer je een diagnose krijgt?
Dat je voor veel van je gedrag een soort van goedkeuring krijgt, want dan krijg je ontoerekeningsvatbaar. En als mensen die echt stoornissen hebben, want die heb je ook dan is het fijn om te weten wat je hebt en waar bepaald gedrag vandaan komt.






En welke nadelen zouden hierbij horen?

Dat je in een hokje kan worden neergezet en dat er anders naar je gekeken wordt.  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 
Micro, meso en macro waar jullie om gevraagd hadden.

Reden van dit model: balans van draagkracht en draaglast inzichtelijk maken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sil heeft een depressie. Dit is een risicofactor op het:
A
macroniveau
B
microniveau
C
mesoniveau
D
geen van allen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mees heeft veel steun aan zijn buurvrouw. Dit is een beschermende factor op het:
A
microniveau
B
macroniveau
C
mesoniveau
D
geen van allen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dina heeft een hoge intelligentie. Dit is een beschermende factor op het:
A
mesoniveau
B
macroniveau
C
microniveau
D
geen van allen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mo heeft een zijn Maatschappelijk werk diploma.
A
Dit is een risicofactor
B
Dit is een beschermende factor

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jet heeft een goed inkomen
A
Dit is een risicofactor op macroniveau
B
Dit is een beschermende factor op mesoniveau
C
Dit is een risicofactor op microniveau
D
Dit is een beschermende factor op macroniveau

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen wanen en hallucinaties?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
De student weet wat het ziektebeeld schizofrenie inhoudt; 
Je kent de symptomen en gevolgen hiervan en de behandelmethode

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van psychiatrie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van psychiatrie
  • Psychiatrie heeft betrekking tot de behandeling van geestelijke stoornissen
  •  Of heeft betrekking tot de behandeling van geestesziekten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een psychose
Een psychose is een toestand waarbij je contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is.
Een psychose komt vaak eenmalig voor, of kan optreden bij andere ziektebeelden zoals een manisch-depressieve (bi-polaire) stoornis of ernstige depressies.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de symptomen van een psychose?

Slide 17 - Open vraag

Wat is een psychose?
  1. Een psychose is een toestand waarbij je contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is
  2. Een psychose komt vaak eenmalig voor, of kan optreden bij andere ziektebeelden zoals een manisch-depressieve (bi-polaire) stoornis of ernstige depressies.

Schizofrenie
Bij deze hersenaandoening verliest iemand het contact met de werkelijkheid, omgeving en identiteitsgevoel


  • Het vermogen tot aanpassing is niet meer aanwezig.
  • De afgrenzing van het individu met de omgeving vervaagt en er is een grote innerlijke angst.
  • Het lijkt of denken, doen en voelen geen verband met elkaar hebben.
  • De patiënt ”doet raar’’, is chaotisch en denkt ’’vreemde’’ dingen. Hij kan lachen bij ellende en huilend allerlei leuke dingen vertellen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
  • Een ernstige en complexe psychiatrische ziekte, die gepaard gaat met psychoses.
  • Chronische ziekte die zich kenmerkt door afwisselend actieve en rustige periodes



Slide 19 - Tekstslide

Let op vervolg dia
  • Een psychose en schizofrenie lijken veel op elkaar. 
Het belangrijkste verschil is dat schizofrenie langer duurt dan een psychose. Je kunt een keer een psychose krijgen en daarna nooit meer. Iemand die schizofrenie heeft, heeft eigenlijk een hele lange psychose of meerdere psychoses achter elkaar

Schizofrenie
Oorzaken:
  • Erfelijke aanleg: men denkt aan biochemische stoornissen in de stofwisseling van de hersenen.

  • Er zijn ook theorieën die zeggen dat de gezinssituatie een rol kan spelen. Het gaat dan met name om een onduidelijke communicatie met zgn. dubbele boodschappen. Let wel dit kan nooit alleen de oorzaak zijn.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen schizofrenie 
 Wanen

 Hallucinaties

 Verward denken

 Verminderd functioneren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen schizofrenie 
Bij schizofrenie wordt onderscheid gemaakt tussen positieve en negatieve symptomen
 

Wanen, hallucinaties en verward denken (horen bij een psychose) worden de positieve symptomen van schizofrenie genoemd: ze zijn duidelijk aanwezig


Het verminderd functioneren worden de negatieve symptomen van schizofrenie genoemd: bepaalde vaardigheden of eigenschappen zijn afwezig.  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
In de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
  • Medicijnen, de zogenaamde antipsychotica
  • Voorlichting

Slide 23 - Tekstslide

Medicijnen
Bieden geen genezing
Door de bijwerkingen niet goed vol te houden
Schizofrenie verloopt in fasen
Begin: acute psychotische toestand.
  • Patiënt krijgt waan-denkbeelden en hij hallucineert
  • Deze noemt men akoestische wanen.
(Zij vormen een speciaal gevaar door hun bevelende (imperatieve) vorm, omdat ze de patiënt kunnen aanzetten tot suïcide of zelfs doodslag.)


Ontstaat vaak in adolescentie (12-18 jaar) of vroege volwassenheid (18-35 jaar).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de symptomen van schizofrenie?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Nu: Opdracht 1 ( mag samen, vergeet niet de namen op te schrijven)

Woensdag: zelfstandig aan het werk (ik ben dan vrij)
Opdracht 2 + 3

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting. Feedback/Vragen/Opmerkingen

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies