les 12B H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en mol_H3B_2425

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

§3.4- Atoommassa en molecuulmassa (2)
  • atoommassa
  • molecuulmassa
  • mol

NOVA 3HAVO H3.4

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
  • wat is atomaire massa-eenheid?
  • wat is de relatieve atoommassa?
  • berekenen van molecuulmassa  
  • WAT is de mol?

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
  • wat is atomaire massa-eenheid?
  • wat is de relatieve atoommassa?
  • berekenen van molecuulmassa  
  • WAT is de mol?

Slide 4 - Tekstslide

wat zou de massa van één H-atoom zijn?
geef een getal + eenheid

Slide 5 - Woordweb

atomaire massa-eenheid
atomen zijn hééél klein, dus spreken we een nieuwe eenheid voor massa af:

1 u = de massa van 1 H-atoom
Dit noemen we de atomaire massa-eenheid
noteer en leer!

Slide 6 - Tekstslide

atomaire massa-eenheid

Een zuurstofatoom is 16x zo zwaar als een waterstofatoom. 


1 u             16 u

Slide 7 - Tekstslide

Een koolstofatoom is 12x zo zwaar als een waterstofatoom.
Hoeveel u weegt een koolstofatoom?
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag

De relatieve atoommassa van zwavel is 32 u.
Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.
timer
1:30

Slide 9 - Open vraag

Deze les:
  • wat is atomaire massa-eenheid? V
  • wat is de relatieve atoommassa?
  • berekenen van molecuulmassa  
  • WAT is de mol?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe noem je atomen van dezelfde soort, maar met een verschillende massa?
A
isomeren
B
isotopen
C
biotopen
D
polymeren

Slide 11 - Quizvraag

Welke deeltjes in het atoom zorgen voor het verschil in massa van isotopen?
A
elektronen
B
protonen
C
neutronen

Slide 12 - Quizvraag

Bereken de gemiddelde massa van deze broom-isotopen

Slide 13 - Open vraag

relatieve atoommassa
= gemiddelde massa van alle isotopen van 1 atoomsoort




 


noteer en leer!

Slide 14 - Tekstslide

relatieve atoommassa
= gemiddelde massa van alle isotopen van 1 atoomsoort




 


noteer en leer!
Voorbeeld:
De relatieve atoommassa
van waterstof is de gemiddelde massa van de waterstof-isotopen: 1,008 u
       99,98 %    0,011 %     komt niet
         1 u               2 u     op aarde voor

Slide 15 - Tekstslide

De relatieve atoommassa staat in het Periodiek Systeem 

Bijvoorbeeld: de massa 
van element P = 30,97 u. 

Slide 16 - Tekstslide

check: relatieve atoommassa
Noteer de relatieve atoommassa van de volgende atomen in je schrift:
waterstof                                                    zuurstof
koolstof                                                       zwavel
stikstof                   
Zoek dit op in het Periodiek Systeem (blz 127 of 194 in je boek)                                 
timer
2:30

Slide 17 - Tekstslide

Deze les:
  • wat is atomaire massa-eenheid? V
  • wat is de relatieve atoommassa? V
  • berekenen van molecuulmassa  
  • WAT is de mol?

Slide 18 - Tekstslide

Zoek de relatieve atoommassa van H en O op in het periodiek systeem. Bereken hiermee de massa van 1 molecuul water.
timer
2:30

Slide 19 - Open vraag

Zoek de relatieve atoommassa van C en H op in het periodiek systeem. Bereken hiermee de massa van 1 molecuul CH4.
timer
2:00

Slide 20 - Open vraag


molecuulmassa 
= massa van alle atomen in een molecuul bij elkaar opgeteld
noteer en leer!

Slide 21 - Tekstslide


molecuulmassa 
= massa van alle atomen in een molecuul bij elkaar opgeteld
noteer en leer!
Ga naar blz 155 in je boek
Verander in tabel 2 (opgave 3) het woord "molaire massa" door "molecuulmassa"

Slide 22 - Tekstslide

molecuulmassa
Voorbeelden: 




Slide 23 - Tekstslide

check: berekenen molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van de volgende moleculen:
waterstofperoxide (H2O2)
zwaveltrioxide (SO3)
ammoniak (NH3)
Gebruik de relatieve atoommassa's die je zojuist hebt opgezocht en noteer het antwoord in je schrift

timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Kijk je antwoord na: 
H2O                                             SO3                                  NH3



34,016 u                                    80,06 u                             17,034 u




Slide 25 - Tekstslide

Deze les:
  • wat is atomaire massa-eenheid? V
  • wat is de relatieve atoommassa? V
  • berekenen van molecuulmassa V
  • WAT is de mol?

Slide 26 - Tekstslide

WAT is de mol?
De mol geeft een hoeveelheid aan. In 1 mol zit altijd hetzelfde aantal deeltjes




Slide 27 - Tekstslide

1 dozijn eieren 
= 12 eieren

1 dozijn donuts
= 12 donuts

1 dozijn golfballen
= 12 golfballen

Slide 28 - Tekstslide

1 dozijn eieren 
= 12 eieren

1 dozijn donuts
= 12 donuts

1 dozijn golfballen
= 12 golfballen






1 mol water = 6,02*1023 moleculen
1 mol zwavel = 6,02*1023 moleculen
1 mol suiker = 6,02*1023 moleculen

Slide 29 - Tekstslide


1 mol = 6,02*1023 



noteer en leer!

Slide 30 - Tekstslide

De mol
1 mol = 6,02*1023 
omdat atomen en moleculen heel klein zijn, is de hoeveelheid heel groot

Slide 31 - Tekstslide

Dit heb je vandaag geleerd:
  • wat is atomaire massa-eenheid? V
  • wat is de relatieve atoommassa? V
  • berekenen van molecuulmassa V
  • WAT is de mol? V

Slide 32 - Tekstslide

Eigen werk om hiermee te oefenen:
Leren: boek blz 150 + 151 + voorbeeldopgaven 1&2 op blz 152 
Maken + nakijken: opgave 1ab + 3 + 4
let op:
  • vervang in opgave 3 het woord "molaire massa" door "molecuulmassa"
  • je hoeft géén rekening te houden met significante cijfers

Slide 33 - Tekstslide