6.2 Afweer

6.2 Afweer 
Lesdoelen:
  • Je kunt de werking van de interne aangeboren afweer beschrijving 
  • Je kunt beschrijven hoe koorts ontstaat
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

6.2 Afweer 
Lesdoelen:
  • Je kunt de werking van de interne aangeboren afweer beschrijving 
  • Je kunt beschrijven hoe koorts ontstaat

Slide 1 - Tekstslide

Verdediging in 3 linies: 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tekst
Antigeen = eiwitten op het celmembraan, die specifiek zijn voor organismen/ soorten cellen.

Slide 4 - Tekstslide

Aanmaak van witte bloedcellen
  • Witte bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg
  • Sommige witte bloedcellen ontwikkelen  in de thymus.
  • Sommig witte bloedcellen worden opgeslagen in de milt en lymfeknopen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Verdediging in 3 linies: 
1e linie: huid, slijmvliezen maag
Doel: ziekteverwekker buiten houden

2e linie: aangeboren (aspecifieke) afweer  - fagocyten 
Doel: alles wat in het lichaam zit en lichaamsvreemd is moet dood

3e linie: verworven (specifieke) afweer - lymfocyten 
Doel: aanval tegen een specifieke ziekteverwekker 

Slide 7 - Tekstslide

Terug naar thema 1 van 4H. Wat was fagocytose ook alweer?!

Slide 8 - Open vraag

Fagocyten 
  • meestal macrofagen ('grote eter')
  • wordt snel geactiveerd
  • reactie op elke ziekteverwekker altijd hetzelfde: lichaamsvreemde stof fagocyteren (= insluiten en verteren van ziekteverwekkers)

Slide 9 - Tekstslide

Fagocytose

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Activatie 3e verdedigingslinie:  specifieke afweer 

1. macrofagen fagocyteren ziekteverwekker
2. macrofaag presenteert antigenen van ziekteverwekker aan de buitenkant van zijn celmembraan, het is dan een antigeen presenterende cel (APC)


3. APC gaat naar de lymfeklieren toe, hier zitten de lymfocyten 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

waarom krijg je koorts?

Slide 14 - Tekstslide

Wat weet je over koorts?

Slide 15 - Open vraag

Koorts
  • = temperatuur hoger dan 38 °C
  • macrofagen maken stofjes aan die de normwaarde van lichaamstemperatuur verhogen
  • een hogere lichaamstemperatuur stimuleert eigen afweersysteem

je lichaam gaat opwarmen (je hebt het dan koud in eerste instantie). Daarna de normwaarde weer normaal, je moet weer afkoelen (hier zweet je zoveel)


Slide 16 - Tekstslide

Een mens en een kat hebben hetzelfde antigeen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb dezelfde antigenen als mevrouw Hendriks, want wij zijn allebei mensen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welk kenmerk van macrofagen is ONJUIST?
A
Elke macrofaag is specifiek voor één ziekteverwekker.
B
Macrofagen herkennen ziekteverwekkers aan hun lichaamsvreemde antigenen
C
Een ander woord voor macrofaag is 'vreetcel'
D
Een macrofaag 'eet' de ziekteverwekker op

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer spreek je van koorts
A
37.5
B
38.5
C
39
D
38

Slide 20 - Quizvraag

In hoeverre heb je onderstaande lesdoelen behaald?
- Je kunt de werking van de interne aangeboren afweer beschrijving
- Je kunt beschrijven hoe koorts ontstaat
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag!
  • Lezen paragraaf 6.2 ‘het afweersysteem’, ‘aangeboren afweer’ en ‘activatie van lymfocyten’
  • Bekijk BiNaS 84I
  • Paragraaf 6.2: opdracht 5 en 7

Slide 22 - Tekstslide

Wat weten jullie nog over interne, aspecifieke afweer?

Slide 23 - Open vraag

6.2 Afweer - Specifieke afweer
Lesdoelen:
  • Je kunt de werking van de interne specifieke afweer beschrijving.

Slide 24 - Tekstslide

Verdediging in 3 linies: 
1e linie: huid, slijmvliezen maag
Doel: ziekteverwekker buiten houden

2e linie: aangeboren (aspecifieke) afweer  - fagocyten 
Doel: alles wat in het lichaam zit en lichaamsvreemd is moet dood

3e linie: verworven (specifieke) afweer - lymfocyten 
Doel: aanval tegen een specifieke ziekteverwekker 

Slide 25 - Tekstslide

Wat was ook alweer een APC?

Slide 26 - Open vraag

Start specifieke afweer
Specifieke afweer wordt gestart doordat een APC in lymfe komt. Hierdoor wordt de specifieke afweer geactiveerd.

  • Het specifieke afweer bestaat uit lymfocyten
  • De lymfocyten gaan zich delen

Slide 27 - Tekstslide

Specifieke afweer
  • bestaat uit lymfocyten: T-cellen en B-cellen
  • meeste lymfocyten zit in de lymfeknopen en de milt
  • telkens gericht op één type ziekteverwekker
  • komt bij eerste infectie traag op gang

Slide 28 - Tekstslide

T-lymfocyten
  • rijping in Thymus
  • geactiveerde T-cellen gaan zich delen en vernietigen de geïnfecteerde cellen
  • vormen T-geheugencellen

Slide 29 - Tekstslide

geïnfecteerde cel vernietigen (T-cel)

Slide 30 - Tekstslide

B-lymfocyten
  • rijping in Beenmerg
  • geactiveerde B-cellen zich delen en maken antistoffen. Door de vorming van antigeen-antistof complex wordt ziekteverwekker onschadelijk.
  • vormen B-geheugencellen

Slide 31 - Tekstslide

antistoffen (B-cel)
Door het antigeen-antistof complex kan de ziekteverwekker geen cel meer infecteren. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Na de eerste infectie: 
  • De plasmacellen verdwijnen, alleen de geheugencellen blijven achter.
  • Bij een nieuwe infectie: geheugencellen kunnen bij een volgende infectie antigeen meteen herkennen en een snelle reactie tot stand brengen. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Een lymfocyt..
A
fagocyteert ziekteverwekkers
B
gaat uit de haarvaten om in de weefsels te vreten
C
wacht in een lymfeknoop tot hij geactiveerd wordt

Slide 36 - Quizvraag

Welke cel produceert antistoffen?
A
Macrofaag
B
B-lymfocyt
C
Fagocyt
D
T-lymfocyt

Slide 37 - Quizvraag

Welk type bloedcel zorgt ervoor dat je immuun bent?
A
bloedplaatjes
B
cytokine
C
macrofaag
D
geheugencel

Slide 38 - Quizvraag

Kay werd in Afrika besmet met gele koorts. Lijn R in de grafiek hiernaast toont de vorming van antistoffen in zijn bloed.

Een jaar later wordt Kaj weer besmet.
Welke lijn toont de vorming van antistoffen na deze tweede infectie?

A
Lijn P
B
Lijn Q

Slide 39 - Quizvraag

Inhoeverre heb je het onderstaande lesdoel behaald?
- Je kunt de werking van de interne specifieke afweer beschrijving.
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Aan de slag!
  • Lezen paragraaf 6.2 helemaal
  • Bekijk BiNaS 84I
  • Paragraaf 6.2: opdracht 8, 9, 10

Slide 41 - Tekstslide