4.8 Werkwoordspelling verleden tijd (zwakke werkwoorden)

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling verleden tijd 
(zwakke ww) 
Zelf oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De meisjes ... (maken) gisteren
samen een zandkasteel

Slide 6 - Open vraag

Jasper ... (schoppen) gisteren
de bal in de goal tijdens de training

Slide 7 - Open vraag

Mijn ouders .... (scheiden) vorig jaar
als goede vrienden.

Slide 8 - Open vraag

De visser .... (roken) gisteren
de paling in een vat

Slide 9 - Open vraag

Ik .... (stoten) vorige week
de vaas per ongeluk van de tafel

Slide 10 - Open vraag

Gisteren ..... (branden) het huis
helemaal af.

Slide 11 - Open vraag

Meike .... (kleuren) gisteren
een hele mooie kleurplaat

Slide 12 - Open vraag

Vorige week .... (meten) de man
de lengte voor mijn nieuwe galajurk op

Slide 13 - Open vraag

Jelle .... (wenden) gisteren zijn vrachtwagen achteruit de straat in

Slide 14 - Open vraag

Gisteren was ik zo moe,
ik .... (gapen) de hele avond.

Slide 15 - Open vraag

Vorige maand .... (landen) zeven
vliegtuigen op Schiphol

Slide 16 - Open vraag

Zijn nare opmerking
.... (beïnvloeden) gisteren
mijn hele dag

Slide 17 - Open vraag

Tim en Julia .... (skeeleren) gisteren
hand in hand door het park.

Slide 18 - Open vraag

wij .... (haten) hem ontzettend
door zijn stomme gedrag

Slide 19 - Open vraag

De bouwvakkers ... (slopen)
gisteren dat hele gebouw.

Slide 20 - Open vraag

..... (hopen) jij gisteren dat het zou stoppen met regen, zodat je kon gaan hardlopen?

Slide 21 - Open vraag

De dokter ....
(benadrukken) gisteren dat er geen tijd te verliezen is.

Slide 22 - Open vraag

De vrouw ... (besmetten)
gisteren 10 andere mensen met het coronavirus

Slide 23 - Open vraag

Weken lang ..... (flossen) Joris
zijn tanden omdat hij bang was voor de tandarts

Slide 24 - Open vraag

Toen zijn vader overleed,
..... (erven) Bob een grote som geld

Slide 25 - Open vraag

Tom en Nicole ... (beleven)
gisteren een spannend moment toen
ze werden aangehouden door de politie

Slide 26 - Open vraag

Gisteren ... (razen) er een storm
met enorme kracht langs de kust

Slide 27 - Open vraag

Vorige week .... (blozen) Ella
enorm van het compliment dat zij kreeg voor haar harde werken

Slide 28 - Open vraag

dicteewoorden
oefenen met schrijven van dicteewoorden

Slide 29 - Tekstslide

Schrijf het volgende woord op (iets wat je geeft aan iemand op een verjaardag):

Slide 30 - Open vraag

Schrijf het volgende woord op (zeggen wat je ergens van vindt):

Slide 31 - Open vraag

Schrijf het volgende woord op (iets aardigs tegen iemand zeggen):

Slide 32 - Open vraag

Schrijf het volgende woord op (de plaats waar iets is):

Slide 33 - Open vraag

Schrijf het volgende woord op (met elkaar praten over iets waar je het misschien niet over eens bent):

Slide 34 - Open vraag

Schrijf het volgende woord op (mogelijk gevaar):

Slide 35 - Open vraag

Ik kan zwakke werkwoord correct schrijven in de verleden tijd
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll