Hoofdstuk 2: Meer over logistiek en groothandel

Hoofdstuk 2: Meer over logistiek en groothandel
In de logistiek is de kern van de taak dat de juiste goederen op de juiste tijd en op de juiste plaats aanwezig zijn. 

Maar hoe zit het met de bewegingen in de bedrijfskolom?
En hoe beheers je de gg stroom?
En waarom beheers je de gg stroom?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Meer over logistiek en groothandel
In de logistiek is de kern van de taak dat de juiste goederen op de juiste tijd en op de juiste plaats aanwezig zijn. 

Maar hoe zit het met de bewegingen in de bedrijfskolom?
En hoe beheers je de gg stroom?
En waarom beheers je de gg stroom?

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Meer over logistiek en groothandel
Differentiatie --> bedrijfskolom wordt langer
  • productie uitbesteden
  • core-business


Integratie --> bedrijfskolom wordt korter
  • kostenoverweging
  • Dell direct aan consumenten verkopen

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Meer over logistiek en groothandel
Parallellisatie --> wanneer een schakel uit een bedrijfskolom activiteiten uit een andere bedrijfskolom aantrekt.
  • branchevervaging
  • brancheverbreding
  • bedrijfskolom wordt breder
Branche: een groep van bedrijven die in soortgelijke gg. handelen

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Meer over logistiek en groothandel
Specialisatie: 
Handelsbedrijf in bouw- en tuinmaterialen dat de tuinmaterialen afstoot, om zich volledig te kunnen specialiseren in bouwmaterialen.

Slide 4 - Tekstslide

Distributie-intensiteit
* Intensieve distributie --> het product is op zoveel mogelijk verkooppunten beschikbaar, omdat de verkrijgbaarheid ervan voor de producent het belangrijkst is

* Selectieve distributie --> Producent geeft per geografisch afzetgebied het recht van verkoop aan een aantal verkooppunten (op basis van locatie, de grootte en het imago van de zaak)

* Exclusieve distributie --> De producent geeft per geografisch afzetgebied één bepaald verkooppunt het recht van alleenverkoop

Slide 5 - Tekstslide

Distributie-intensiteit
Van welk soort distributie is dit een voorbeeld?

Slide 6 - Tekstslide

Verschillen in groothandelsbedrijven
Groothandels verschillen op:
* grootte van het bedrijf
* branche (auto-onderdelen aan garages of verf aan bouwm.)
* assortiment
* de plaats van inkoop en verkoop
* al dan niet produceren en verwerken van gg.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillen in groothandelsbedrijven
importeurs --> gg. inkopen uit buitenland en verkopen in eigen land       

exporteurs --> inkopen op binnenlandse markt en verkopen aan de buitenlandse markt

handelshuizen --> richten zich op vermarkting van buitenlandse (merk)artikelen op de binnenlandse markt

binnenlandse groothandels --> inkopen in het binnen- en buitenland en verkopen op de thuismarkt  
Binnenlandse groothandels
Binnenlandse groothandels kunnen we indelen in een aantal categorieën:
* ZB-groothandel (afhaalgroothandel)
* Bezorgende groothandel
* Combinatiegrossier
* Winkelorganisatie (levert aan aangesloten en/of vrije winkels)
* Supergrossier (levert aan kleinere groothandels)

Slide 8 - Tekstslide

Groothandels (produceren en bewerken van gg.)
producent met groothandelsfunctie --> producenten kunnen ook zelf de functie van een groothandelsbedrijven opnemen. Het bedrijf produceert de producten en verhandelt deze producten vervolgens zelf

assemblerende groothandel --> de groothandel houdt zich niet alleen bezig met het verhandelen van producten, maar ook met het bewerken ervan. (ompakken van ingekochte eieren of bloemen)

Slide 9 - Tekstslide

Logistieke deelgebieden - 3 deelgebieden
* inkooplogistiek  --> houdt zich bezig met de afstemming tussen de inkoop van
grondstoffen, halffabricaten en het transport van deze goederen.

* productielogistiek --> houdt zich bezig met het soepel laten verlopen van het
productieproces.

* distributielogistiek --> houdt zich bezig met de weg die een gereed product aflegt van het
einde van het productieproces tot aan de afnemer. 

Nummer 4: retourlogistiek (retourstromen vragen ook om een logistieke aanpak)

Slide 10 - Tekstslide

Goederenstroom beheersen

Slide 11 - Tekstslide

Goederenstroom beheersen
Material management heeft betrekking op de beheersing van het productieproces van gg, ofwel het bewegings- en opslagproces van goederen, voordat ze het stadium van eindproduct bereiken.
Fysiek distributiemanagement is de besturing en beheersing van de gg.stroom v.d. totstandkoming v.h eindproduct tot en met de uiteindelijkeafnemer.

Slide 12 - Tekstslide

Klantorderontkoppelpunt (KOOP)

Slide 13 - Tekstslide

KOOP (Klantorderontkoppelpunt)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Soorten inkoopbeslissingen
Alle bedrijven moeten een aantal beslissingen nemen over uitbesteding of inkoop. 

* make-or-buy beslissing
* co-makership
* second sourcing

Slide 16 - Tekstslide

Zelf doen of uitbesteden?
Make-or-buy beslissing
Make-or-buy is een Engelse uitdrukking die betekent: 'maken of kopen'. Dus: kiezen
we ervoor om een bepaald product of onderdeel zelf te maken, om een bepaalde
activiteit zelf uit te voeren of kopen we het bij een ander bedrijf? Hierbij spelen
kostenoverwegingen een belangrijke rol. Wat is goedkoper: zelf doen/maken of kopen?

Co-makership
Co-makership houdt een hechte samenwerking in tussen leverancier en inkopend
bedrijf. De leverancier wordt hierbij vaak beschouwd als verlengstuk
van het eigen bedrijf. De leverancier legt zich in een overeenkomst vast tot bepaalde
leveringen. De afnemer garandeert een relatie voor langere tijd. Het belangrijkste doel
van het inkopende bedrijf is het verlagen van de voorraden.
De hoeveelheden die regelmatig worden geleverd, kunnen kleiner zijn. Door de nauwe
samenwerking kan er ook flexibeler worden ingesprongen op een veranderende vraag.

Slide 17 - Tekstslide

Sourcing strategieën (keuze leveranciers)
single sourcing --> Het bedrijf kiest voor een leverancier. Voordelen hiervan zijn lagere tarieven door
grote hoeveelheden en goede service. Groot nadeel is de afhankelijkheid.

second sourcing --> Het bedrijf kiest voor een hoofdleverancier en een kleine leverancier die als backup kan dienen.

dual sourcing --> Het bedrijf kiest voor twee leveranciers die beide ongeveer de helft voor hun
rekening nemen.

multiple sourcing --> Het bedrijf werkt met meerdere leveranciers. Het voordeel hiervan is de flexibiliteit.
Een nadeel is dat het bedrijf waarschijnlijk hogere tarieven moet betalen door de
kleinere volumes.

Slide 18 - Tekstslide

Exporteren
Exporteren is verkopen van goederen aan het buitenland. 

directe export: bedrijf verkoopt zelf

indirecte export: bedrijf verkoopt via derden:
handelsagent
handelshuis
importeur
exportcombinatie

Slide 19 - Tekstslide

Exporteren
bijzondere manieren van indirecte export

piggy back of kangoeroesysteem: distributiekanalen gebruiken van een ander bedrijf
joint selling: bedrijven uit verschillende landen gebruiken elkaars distributiekanalen
franchising: formule van een buitenlands bedrijf gebruiken
licentiecontract: in licentie geven van productie aan buitenlands bedrijf

Slide 20 - Tekstslide