Inkoopwaarde van de omzet, bruto winst en netto winst

Inkoopwaarde van de omzet, bruto winst en netto winst
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inkoopwaarde van de omzet, bruto winst en netto winst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de begrippen inkoopwaarde van de omzet, bruto winst en netto winst uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkoopwaarde van de omzet
De inkoopwaarde van de omzet is het bedrag dat een bedrijf betaalt voor de goederen die het verkoopt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - (Inkoopwaarde) van de omzet
Bereken de inkoopwaarde van de omzet voor een bedrijf met een omzet van €10.000 en een brutowinstmarge van 60%.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruto winst
De bruto winst is het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - Bruto winst
Een bedrijf heeft een omzet van €50.000 en een inkoopwaarde van de omzet van €30.000. Bereken de bruto winst.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netto winst
De netto winst is het bedrag dat overblijft na aftrek van alle kosten van de bruto winst.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - Netto winst
Een bedrijf heeft een bruto winst van €40.000 en totale kosten van €25.000. Bereken de netto winst.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
De inkoopwaarde van de omzet is het bedrag dat een bedrijf betaalt voor de goederen die het verkoopt. De bruto winst is het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet. De netto winst is het bedrag dat overblijft na aftrek van alle kosten van de bruto winst.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.