Telling the time

Telling the time in English
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Telling the time in English

Slide 1 - Tekstslide

Goal: At the end of this LessonUp, you will know how to tell the time in English

Slide 2 - Tekstslide

Telling the Time

Slide 3 - Tekstslide

Telling the Time
o'clock --> gebruik je alleen als je over hele uren praat (12:00)

Voor alles tot en met half ---> past
Engels --> half past four --> 04:30 / 16:30

Vanaf 31 minuten tot het hele uur --> to
Engels --> quarter to five --> 04:45 / 16:45

Slide 4 - Tekstslide

Telling the Time

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

What's the difference with Dutch?

Slide 7 - Tekstslide

HANDY TO KNOW
12 uur 's middags > noon > It's noon. (Daarom: afternoon)
12 uur 's nachts >  midnight > It's midnight.

a.m. = van 12 uur 's nachts tot 12 uur 's middags
p.m. = van 12 uur 's middags tot 12 uur 's nachts (tip: a komt voor p in het alfabet > a.m. is voor de middag)

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zeg je 'over' in het Engels
(kwart over drie)?

Slide 9 - Open vraag

Hoe zeggen ze 'voor' in het Engels?
(kwart voor drie)

Slide 10 - Open vraag


A
It's two o'clock
B
It's two hour
C
A two o'clock
D
It's two 'oclock

Slide 11 - Quizvraag

What time is it?

A
Ten past half nine
B
Twenty past nine
C
Forty past nine
D
Twenty to nine

Slide 12 - Quizvraag

What time is it?
8:15
A
It's a quarter to eight.
B
It's a quarter past eight.
C
It's quarter to eight.
D
It's quarter past eight.

Slide 13 - Quizvraag


What time is it?
A
Half nine
B
Half to ten
C
Half ten
D
Half past nine

Slide 14 - Quizvraag

What time is it?
14:30
A
It's half past three
B
It's thirty-two
C
It's half past two
D
It's three thirty

Slide 15 - Quizvraag

Type het netjes uit in het Engels
("It's" ervoor en cijfers met letters uittypen)
Het is negen uur.

Slide 16 - Open vraag

How do you say this (in English)?
Het is half twee.

Slide 17 - Open vraag

What time is it (in English)?
Het is tien voor vier.

Slide 18 - Open vraag

Look at the clock.
What time is it NOW?
It's ...

Slide 19 - Woordweb

Good job! Have a nice day!

Slide 20 - Tekstslide

Need extra practice?
Visit this website to practise some more if you think this is still a little dificult...

Slide 21 - Tekstslide

Extra practice with English numbers
and their pronunciation

On the next slides, you will learn about numbers in English and how to pronounce them

Slide 22 - Tekstslide

Numbers
Cardinal (hoofdtelwoord)

Ordinal (rangtelwoord)

Slide 23 - Tekstslide

Cardinal Numbers (hoofdtelwoord)
Geven een hoeveelheid aan: 1, 2, 3...

Cijfers waarin het woord 'en' gebruikt wordt krijgen
in het Engels een streepje (-)
eenentwintig (21) --> twenty-one

Slide 24 - Tekstslide

Ordinal Numbers (rangtelwoord)
Geven een volgorde aan: 1e, 2e, 3e...

In het Engels komt achter rangtelwoorden een toevoegsel:
-nd, -rd, -st of -th (deze moet je uit je hoofd leren)
Examples: (4th) fourth   /   (8th) eighth
Exceptions (uitzonderingen):
first (1st), second (2nd), third (3rd)

Slide 25 - Tekstslide

Test your knowledge!
Schrijf bij de volgende opdrachten het hele getal voluit op.

Bij elk getal krijg je 20 seconden.

Slide 26 - Tekstslide

22
timer
0:20

Slide 27 - Open vraag

7th
timer
0:20

Slide 28 - Open vraag

30
timer
0:20

Slide 29 - Open vraag

12th
timer
0:20

Slide 30 - Open vraag

66
timer
0:20

Slide 31 - Open vraag

90th
timer
0:20

Slide 32 - Open vraag

41
timer
0:20

Slide 33 - Open vraag

61st
timer
0:20

Slide 34 - Open vraag

80
timer
0:20

Slide 35 - Open vraag

33rd
timer
0:20

Slide 36 - Open vraag

Good job! Have a nice day!

Slide 37 - Tekstslide