Bestuur van nl deel 2 nb1a

Het bestuur van Nederland
deel 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het bestuur van Nederland
deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Je leert
  • Hoe Nederland wordt bestuurd.

  • Wat de woorden regering, kabinet, minister, staatssecretaris  betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van het bestuur van Nederland?

Slide 3 - Woordweb

Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen stemmen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel jaar zit er tussen verkiezingen
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 5 - Quizvraag

Een groep van 150 mensen die in Nederland zijn gekozen om de regering te controleren en wetten te maken is de:
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Provinciale Staten
D
Gemeenteraad

Slide 6 - Quizvraag

0

Slide 7 - Video

Taken van de Nationale overheid
Regering
- Maken van het beleid; bv. bepalen waar het geld naar toe gaat
- Maken en uitvoeren van wetten

Volksvergetenwoordigers
- Controleren of alles goed wordt uitgevoerd
- Stemmen over wetten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wie doet wat in Den Haag?
  • Parlement: controleren regering + wetten maken
  • Regering: uitvoeren wetten + wetten maken

=> Hoogste macht = parlement!
  • zij controleren de regering
  • zij moeten alle wetsvoorstellen goedkeuren
  • zij kunnen minsters/kabinet ontslaan

Slide 10 - Tekstslide

Wie zitten er in de reging?
.


<--- Koning + ministers 

Slide 11 - Tekstslide

Ministers
Bedenken samen plannen die later een wet worden.
Voorbeelden:
  • Ministerie van Buitenlandse Zaken. 
  • Ministerie van Defensie. 
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. 
  • Ministerie van Financiën


Slide 12 - Tekstslide

Minister-President
of premier

  • Mark Rutte

  • Hoofd van de regering

Slide 13 - Tekstslide

Ministers werken samen...


1.  Er is een probleem
2. Ministers bedenken regels om dit 
     op te lossen
3. Stellen wet voor aan 1e en 2e
     kamer

Wat doet de koning eigenlijk ?

Slide 14 - Tekstslide

Wat doet de koning?
Taken van de koning:
  • Handtekening onder wetten

  • Overleg met minister-president. 
  • Land vertegenwoordiger. 
  • ministers benoemen
  • Troonrede voorlezen 

De koning is wel staatshoofd, maar hij heeft geen macht.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Tweede kamer 
Of ministers
Minister van landbouw
Bedenken wetsvoorstel 
Tweede kamer stemt daarover
ministers 
voeren het uit

Slide 17 - Tekstslide

Het kabinet
Wie: ministers en staatssecretarissen

Wat:
  • Dagelijks bestuur
  • Maken van wetsvoorstellen

Slide 18 - Tekstslide

Ministers en staatssecretaris
De minister hoeft niet alles alleen te doen. De persoon onder de minister is een staatssecretaris. = hulpminister
Die is verantwoordelijk voor een deel van de taken van een minister

Ministers en staatssecretaris samen noem je het kabinet

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Parlement
1e Kamer
2e Kamer
Gekozen door Provinciale Staten
Gekozen door burgers (kiesrecht)
Kabinet
Gekozen door burgers

Slide 23 - Tekstslide

Nederland heeft...

  • Het parlement: De eerste en tweede kamer
  • De regering: Koning + ministers
  • Het kabinet: ministers en staatssecretarissen



Slide 24 - Tekstslide

Regering
Koning
Kabinet
Minister-president
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 25 - Sleepvraag

Minister-president
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 26 - Sleepvraag

De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning

Slide 27 - Quizvraag

De regering moet de Tweede Kamer controleren
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De Koning is GEEN onderdeel van
A
De regering
B
Het kabinet

Slide 29 - Quizvraag

Welke uitspraak is ONJUIST over de politieke rol van de koning?
A
De koning zit in de regering
B
De koning mag politieke uitspraken doen
C
De koning leest op Prinsjesdag de Troonrede voor
D
De koning ondertekent alle wetten

Slide 30 - Quizvraag

Het kabinet bestaat uit..
A
Eerst en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen

Slide 31 - Quizvraag

Wat doet een staatssecretaris?
A
Maakt de wetten
B
Helpt de minister
C
Presenteert de miljoenennota

Slide 32 - Quizvraag

Hoe noem je de regeringsleider
A
staatshoofd
B
Minister-president
C
Minister
D
onder minister

Slide 33 - Quizvraag

Wie stelt een wetsvoorstel op?
A
Minister President
B
Minister of kamerlid
C
De hele Tweede Kamer
D
De ministers

Slide 34 - Quizvraag

Wie is het staatshoofd?
A
De koning
B
De minister
C
De minister-president

Slide 35 - Quizvraag

Wie bepaalt wat er met Nederland gebeurt?
A
De minister van Financiën
B
De minister-president
C
Het volk en de volksvertegenwoordiging

Slide 36 - Quizvraag

Wie heeft de meeste macht?
A
De Koning
B
Minister-president
C
ministers
D
staatssecretarissen

Slide 37 - Quizvraag

Luisteropdracht
Luister goed en vul de woorden in.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

0

Slide 40 - Video