H1 Beeldspraak 08092022

Nederlands - V2b
Leg klaar: boek, schrift, pen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - V2b
Leg klaar: boek, schrift, pen 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling zakelijke mail
- aanhef: Beste of geachte ...,
- slot: Met vriendelijke groet,
- formele taal: "u" en geen spreektaal

Afwerken opdracht 3 en/of geef elkaar feedback.


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Je herkent en begrijpt deze 3 soorten beeldspraak:
-  vergelijking
- metafoor
- personificatie

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Je bedoelt niet letterlijk wat je zegt, maar gebruikt beelden om iets sterker uit te drukken. In deze LessonUp komen drie vormen van beeldspraak voorbij: de vergelijking, de metafoor en de personificatie.

Slide 5 - Tekstslide

De vergelijking
eigenschap van het OBJECT
een BEELD
vergelijken met

Slide 6 - Tekstslide

"De jongen die een tien had gehaald was zo trots als een pauw."
Wat is hier het object?
A
De jongen
B
een pauw

Slide 7 - Quizvraag

"Het 'neuzen' van eskimo's is al zo oud als de weg naar Rome."
Wat is hier het beeld?
A
Het 'neuzen' van eskimo's
B
de weg naar Rome

Slide 8 - Quizvraag

De metafoor
Tekst
alleen BEELD, het object wordt niet genoemd

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin bevat een metafoor?
A
Jouw ogen zijn als sterren.
B
Wat een boom van een kerel.
C
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
D
Dat meisje lijkt wel een prinses, zo elegant!

Slide 10 - Quizvraag

"Wie de schoen past, trekke hem aan."
Is dit een metafoor of een vergelijking?
A
metafoor
B
vergelijking

Slide 11 - Quizvraag

"Dat oude dametje is zo mager als een lat." Is dit een metafoor of een vergelijking?
A
metafoor
B
vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Personificatie
De tijd vliegt ...
Levensloze zaken worden voorgesteld als een levend iets ...

Slide 13 - Tekstslide

"Wolken en zon spelen haasje over."
Is dit een personificatie?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

"Het papier is geduldig."
Is dit een personificatie?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

"De leerlingen gebruiken bij tekenen altijd sprekende kleuren!" Waarom is dit een personificatie?

Slide 16 - Open vraag