KMMZ Les 7 en 8. Patientveiligheid

 Patiëntveiligheid
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

 Patiëntveiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen


  • Je legt uit wat patiëntveiligheid is.
  • Je beschrijft wat vermijdbare schade is.
  • Je demonstreert hoe je veranderingen in patiëntveiligheid signaleren.
  • Je legt uit waarom een klachtenregeling verplicht is.
  • Je beschrijft aan de hand van voorbeelden hoe wetten en richtlijnen bijdragen aan patiëntveilig werken in de praktijk.
  • Je benoemt hoe het werken volgens protocollen en richtlijnen bijdraagt aan patiëntveilig werken. 








Slide 3 - Tekstslide

 Patiëntveiligheid
Patiëntveiligheid verwijst naar het geheel van maatregelen, processen en cultuur binnen de zorg dat erop gericht is het voorkomen van schade aan patiënten tijdens het verlenen van zorg.

Patiëntveiligheid betekent dat zorgverleners:
“Zorg verlenen waarbij het risico op (voorkombare) schade aan de patiënt zo klein mogelijk is.”

Schade betekent:
Een onbedoeld letsel of nadeel dat ontstaat door de zorgverlening zelf — niet door de ziekte van de patiënt.

Slide 4 - Tekstslide

⚠️ Voorbeelden van schade en patiëntonveilige situaties
  • Toediening van een verkeerd medicijn of verkeerde dosering
  • Verwisseling van patiënten of lichaamsdelen bij operaties
  • Onvoldoende handhygiëne waardoor infecties ontstaan
  • Verkeerde of gemiste diagnose
  • Slechte overdracht van informatie tussen zorgverleners
  • Valincidenten of doorligwonden bij opname

Slide 5 - Tekstslide

Alle schade is te voorkomen
Eens
Oneens

Slide 6 - Poll

(On)voorkombare schade
✅ Voorkombare schade
Voorkombare schade is schade die had kunnen worden voorkomen als de zorg anders of beter was verleend.

Voorbeelden:
  • Een patiënt krijgt een verkeerd medicijn door verwisseling 
  • Een verpleegkundige vergeet handhygiëne toe te passen, waardoor een infectie ontstaat.
  • Een patiënt valt omdat het bedalarm niet aanstond.
  • Een operatie aan de verkeerde zijde door gebrekkige controle.

Kenmerk:
👉 Er is iets misgegaan in het zorgproces dat voorkomen had kunnen worden met goede voorzorgsmaatregelen of protocollen.
⚠️ Onvoorkombare schade
Onvoorkombare schade is schade die niet te voorkomen was, ook al is de zorg op een juiste manier verleend. Deze schade ontstaat ondanks correcte handelingen, protocollen en zorg.

Voorbeelden:
  • Een patiënt krijgt een allergische reactie op een medicijn waarvan de allergie onbekend was.
  • Een complicatie treedt op na een risicovolle operatie, terwijl alles goed is uitgevoerd.
  • Een infectie ontstaat ondanks volledige naleving van hygiëneprotocollen.

Kenmerk:
👉 De schade is onvermijdelijk gegeven de medische situatie of de huidige stand van kennis en technologie.

Slide 7 - Tekstslide

De patiëntveiligheid in de ouderenzorg kan worden vergroot door vallen te voorkomen. De zorgvrager moet bijvoorbeeld goede schoenen dragen, schoenen die niet te groot of te klein zijn en die een zool met grip hebben.

Noem nog meer voorbeelden hoe je de patiëntveiligheid in de ouderenzorg kunt vergroten.

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Ga in groepjes of individueel op zoek naar veiligheidsrichtlijnen die gelden binnen de zorg
🔍 Onderzoeksvragen
Beantwoord de volgende vragen:

  • Welke richtlijnen zijn er met betrekking tot veiligheid?
Denk aan medicatieveiligheid, hygiëne, omgaan met agressie, fysieke belasting, enz.


  • Wie stelt deze richtlijnen op?
Bijvoorbeeld beroepsverenigingen, overheid, inspectie, RIVM.

  • Wat is het doel van deze richtlijnen?
  • Hoe dragen ze bij aan veilige zorg?

Geef één concreet voorbeeld van een richtlijn of protocol.

timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

🧪 Medicatieveiligheid
Richtlijn: Veilige principes medicatieproces
Voorbeeld: Dubbelcheck bij toedienen, juiste registratie

🧼 Infectiepreventie & Hygiëne
Richtlijn: Handhygiëneprotocol, hygiënerichtlijnen RIVM
Voorbeeld: Handen wassen volgens 5 momenten van WHO

⚠️ Incidentenregistratie
Richtlijn: MIC/MIM-systemen
Voorbeeld: Melden van medicatiefout of valincident

🧯 Agressie & Ongewenst Gedrag
Richtlijn: VeiligPlus-aanpak, de-escalatieprotocollen
Voorbeeld: Gebruik van time-out procedures

🔒 Vrijheidsbeperking
Richtlijn: Wet zorg en dwang, GGZ-protocollen
Voorbeeld: Fixatie alleen bij acuut gevaar, met evaluatie

🧍‍♀️ Fysieke belasting & Ergonomie
Richtlijn: Arbocatalogus VVT/GHZ
Voorbeeld: Gebruik van tillift bij transfer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wkkgz: 👉 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
⚖️ Wat is het doel van de Wkkgz?

  • Patiënten veilige en goede zorg krijgen.
  • Fouten besproken worden en zorgverleners daarvan leren.
  • Klachten en geschillen eerlijk en snel worden opgelost.
  • Zorginstellingen open zijn over de kwaliteit van hun zorg.

Slide 13 - Tekstslide

🧩 Wat is een sociaal onveilige situatie?
Een situatie waarin iemand fysiek, psychisch of emotioneel wordt mishandeld, verwaarloosd of misbruikt.

Voorbeelden:
Kindermishandeling of verwaarlozing
(Ouderen)mishandeling
Huiselijk geweld
Financieel misbruik van een kwetsbare persoon
Geweld tussen (zorg)partners of familieleden

Slide 14 - Tekstslide

Signalen?

Slide 15 - Woordweb

Als zorgverlener ben je verplicht om verdenkingen van onveilige situaties te melden en mag je je beroepsgeheim doorbreken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

📘 De meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
🪜 De 5 stappen van de meldcode

1. Signalen in kaart brengen
→ Wat zie, hoor of merk je? (bijv. blauwe plekken, angst, verwaarlozing)
2. Overleg met collega of aandachtsfunctionaris
→ Bespreek wat je hebt gezien en vraag advies.
3. Gesprek met de betrokkene
→ Ga zorgvuldig in gesprek met de patiënt of cliënt (indien mogelijk).
4. Wegen van het geweld of de mishandeling
→ Beoordeel de ernst en het risico, eventueel met hulp van Veilig Thuis.
5. Beslissen: melden of zelf hulp organiseren
→ Als er sprake is van (dreigend) geweld of onveiligheid, meld je dit bij Veilig Thuis.

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb wel eens mijn vermoedens gehad..
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Mijn begeleider vraagt mij om medicatie te geven, dus dan doe ik dat
A
Mag
B
Mag niet

Slide 19 - Quizvraag

Bevoegd en bekwaam
✅ 'bevoegd' 
  • Bevoegd ben je als je aantoonbaar de juiste opleiding of scholing hebt gevolgd.
  • Je mag de handeling uitvoeren volgens de regels van de organisatie en/of de Wet BIG.

🧠'bekwaam' 
  • Bekwaam ben je als je de handeling technisch goed kunt uitvoeren, met actuele kennis en vaardigheden 
  • Bekwaamheid moet je op peil houden. Als je een handeling lang niet hebt gedaan, ben je mogelijk niet meer bekwaam.

Voorbeelden van handelingen waarvoor je bevoegd én bekwaam moet zijn:
  • Injecteren
  • Katheteriseren
  • Sondevoeding toedienen
  • Medicatie geven
  • Blaasspoelen

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt bevoegd zijn, maar niet bekwaam
A
Klopt
B
Nee dat kan niet

Slide 21 - Quizvraag

Mw. dwaalt in de nacht veel, ik doe de bedhekken wel omhoog zodat ze niet uit bed kan
A
Mag
B
Mag niet

Slide 22 - Quizvraag

Vrijheidsbeperkende maatregelen

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Vrijheidsbeperkende maatregelen
1. Altijd laatste redmiddel (ultimum remedium)
  • Voorkomen van ernstig nadeel of gevaar, en
  • Bescherming van de cliënt zelf of anderen.

Bijvoorbeeld eerst: afleiding bieden, prikkelarme omgeving creëren, of gesprek voeren.

2. Proportioneel en tijdelijk
  • Alleen toepassen als het nodig en in verhouding is tot het risico.
  • Zoveel mogelijk beperken in tijd en intensiteit.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Pauze
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Elk incident moet je melden als zorgprofessional
A
Nee, alleen bij zichtbare schade
B
Ja, altijd

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht

Voor elk scenario moet je:
1. Identificeren of het incident VIM, MIC of MIM is.
2. Kort uitleggen waarom.
3. Beschrijven welke vervolgstappen zouden moeten worden genomen.






Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 6 en 7
Opdracht 6.  Iedereen is wel eens gehaast. Doordat je het druk hebt, kun je soms onhandig handelen.

  • Wanneer was jij voor het laatst gehaast en deed je iets wat niet handig was binnen je werk?
  • Wat gebeurde er precies?
  • Had je dit kunnen voorkomen?
  • Hoe kun je fouten voorkomen wanneer je gehaast bent? 
Opdracht 7.  Een goede veiligheidscultuur draagt bij aan de veiligheid van zorgvragers. Alle zorgverleners uit een organisatie dragen hieraan bij.

  • Bedenk een onveilige situatie die je meegemaakt hebt in de zorg.
  • Beschrijf uitgebreid de situatie. Wat gebeurde er? Waar was dit? Wie waren er betrokken? Wanneer vond het plaats?
  • Beschrijf jouw taak. Was je de zorgverlener of bijvoorbeeld toeschouwer of zorgvrager?
  • Beschrijf jouw acties. Wat deed je precies?
  • Beschrijf het resultaat van jouw acties. Wat gebeurde er door jouw handelen?
  • Beschrijf hoe je hierop terugkijkt (reflectie). Wat deed je goed? Wat had je anders kunnen doen om de situatie nog veiliger te maken? 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Hoe zou jij reageren in een soortgelijke situatie als verzorgende IG?

Slide 34 - Woordweb