How to improve your reading skills + Teksten

3 lessons to go till your 
Final exam week
Thursday 21 March 2024
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3 lessons to go till your 
Final exam week
Thursday 21 March 2024

Slide 1 - Tekstslide

In deze LessonUp
  • How to improve your reading skills?
  • Leesstrategien
  • Signaalwoorden 
  • Doel van alinea's 
 


Slide 2 - Tekstslide

Before reading a text you can:
  • ....
  • ....
  • ....
  • ....
  • .... 

Slide 3 - Tekstslide

Before reading a text you can:
 Preview a text: 
  • Subject
  • Pictures
  • Authors
  • Main title
  • Subheadings


Slide 4 - Tekstslide

1. Oriënterend lezen
Je begint altijd orienterend:
  • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
  • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
  • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

Dit doe je altijd van te voren.

Slide 5 - Tekstslide

Leesstrategieën

2. Skimmen
3. Scannen
4. Intensief lezen

Slide 6 - Tekstslide

 Leesstrategieën
How do you know which one to use?

  • Lees eerst de vraag
  • Bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt
  • Waar in de tekst je het kunt vinden. 


Skimmenvlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten

Scannen: bekijken en vinden, als een woordzoeker

Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden


Om een tekst beter te kunnen begrijpen moet je op de signaalwoorden letten. Deze woorden geven aan dat er een verband tussen zinnen of alinea's is. Signaalwoorden zijn bijwoorden, voorzetsels of voegwoorden. Ze geven bijvoorbeeld een opsomming of tijd aan. 

Voorbeelden zijn:


  • opsomming: and, or, first, second, finally, too, not … either
  • tijd: then, when, before, after, since, for, while
  • voorbeeld: for example, for instance, like
  • uitleg: of course, instead of, according to, especially
  • oorzaak en reden: so, because, as, since
  • tegenstelling: but, though, however
  • voorwaarde: if, unless, when, whether
  • nadruk: even more, still, certainly
  • conclusie: consequently, as a result

Slide 8 - Tekstslide

Reading... 
Lesson 4, page 45
We lezen de teksten eerst samen
en tijdens het lezen markeer je de onbekende woorden.

Je zoekt de betekenis van het woord in het woordenboek.

Exc. 2/ 4, 5 6



Slide 9 - Tekstslide

Doel van alinea's:

Een tekst is opgebouwd uit alinea's. Net als een hele tekst heeft elke alinea ook een doel. 


Voorbeelden van doelen zijn:




  • een onderwerp inleiden
  • een situatie beschrijven
  • een voorbeeld geven
  • iets uitleggen
  • iets samenvatten
  • iets tegenspreken, een tegenstelling geven
  • extra informatie geven

Slide 10 - Tekstslide

Reading...
Lesson 5 page 52 
Je leest de teksten zelf 
en 
je gebruikt een markeerstift om het antwoord aan te geven.

Tip: Meerkeuzevragen
Tip: Gatentekst
Exc. 1 t/m 7


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

good luck in the testweek!

Slide 14 - Tekstslide