5.1 en 5.2 herhaling quiz
1 / 9
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Er zijn verschillende redenen waarom we producten importeren. Noem twee redenen....
Slide 2 - Open vraag
Hoe noem je een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland?
A
doorvoer
B
betalingsbalans
C
internationale handel
D
begroting
Slide 3 - Quizvraag
Het grootste deel van de Nederlandse export gaat naar landen ....?... de EU.
A
binnen
B
buiten
Slide 4 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: "Goederen worden eerst ingevoerd en meteen weer doorverkocht aan het buitenland."
Slide 5 - Open vraag
Als een land in verhouding tot het nationaal inkomen weinig producten importeert en exporteert.
A
= open economie
B
= gesloten economie
Slide 6 - Quizvraag
Hoe noem je alle inkomens van de inwoners van een land bij elkaar opgeteld?
Slide 7 - Open vraag
Hoe noem je de prijs van vreemd geld?
A
Dollar
B
Wisselkoers
C
Vreemdkoers
D
Euro
Slide 8 - Quizvraag
In een jaar voert Nederland 438 miljoen vaten olie in. De gemiddelde prijs van één vat ingevoerde olie is €39,50. Bereken de totale importwaarde.
