Terugblik + H4.5

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Benoem alle vlakke figuren die jij kent.

1.

Welke lijnen staan
loodrecht op elkaar?

1. k en l
2. k en m
3. l en m
4. Wat is loodrecht?

Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
allebei of niet symmetrisch?

1. Spiegelsymmetrisch
2. Draaisymmetrisch
3. Allebei
4. Niet symmetrisch

Draaisymmetrisch, spiegelsymmetrisch,
allebei of niet symmetrisch?

1. Draaisymmetrisch
2. Spiegelsymmetrisch
3. Allebei
4. Niet symmetrisch

Bereken de omtrek

1. 34m
2. 34m​2​​
3. 30m
4. 30m​2​​

Bereken de omtrek
van de cirkel in meters.
3,14 x straal x straal

1. 62,8
2. 256,6
3. 125,6
4. 5026,5

Wat is de juiste volgorde van de lengtematen?

1. Km Dam Hm m Dm Mm Cm
2. Mm Cm Dm Dam M Km Hm
3. Km Hm Dam M Dm Cm Mm
4. Km Hm Dam M Dm Mm Cm

18 mm= … dm?
gebruik je tabel van lengtematen

1. 1,8 dm
2. 0,018 dm
3. 0,18 dm
4. 180 dm

Welke ruimtelijke figuren herken je?

Reken je het oppervlakte van een bol uit met een diameter van 22 cm?
4 x 3,14 x straal x straal

1. 276.32 cm2
2. 6079.04 cm2
3. 1519.76 cm2
4. Geen idee?

Formules

Net als bij platte figuren hebben we voor ruimtelijke figuren allerlei formules:

• inhoud prisma = oppervlakte grondvlak × hoogte
  
• inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak × hoogte
  
• inhoud kegel =   1/3 × oppervlakte grondvlak × hoogte
  
• inhoud piramide =  1/3 × oppervlakte grondvlak × hoogte
  
• inhoud bol = 4,2  × straal³

                              Deze formules hoef je niet uit je hoofd te leren!!                     

                              Wel het omrekenen van maten!! (KHDMDCM)