Herhaling Werkwoordspelling (2 b/k)

 Werkwoordspelling (herhaling)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Werkwoordspelling (herhaling)

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm
- is ALTIJD een werkwoord
- kun je vinden door:
1. vraagproef
2.  tijdproef
3. enkelvoud > meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- is ALTIJD een werkwoord
- staat vaak achteraan in de zin
- begint vaak met ge-, her-, ver-, ont-
- komt ALTIJD samen met nog een werkwoord (= de pv) 
Meestal is de pv een vorm van het werkwoord hebben, zijn of worden

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
Wij zijn (= pv) naar school gefietst (vd).
Gino heeft (=pv) een mop verteld (vd).

Een zin met alleen een pv: De patiënt herstelt (= pv) snel.
Een zin met een vd: De patiënt is (=pv) snel hersteld (=vd).

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn sterke werkwoorden?
De sterke werkwoorden veranderen van klank als ze van tijd veranderen. 
worden werden geworden
zingen zongen gezongen
lopen liepen gelopen
kijken keken gekeken
lezen las gelezen
Er zijn veel sterke werkwoorden. Deze werkwoorden moet je gewoon onthouden.
Ezelsbruggetje
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen.
Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe schrijf je nu de pv en vd?
Kijk naar het schema op blz. 236

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan 't ex-kofschip
(bij de verleden tijd!)
1. Kijk naar het hele werkwoord > LACHEN          WERKTE
2. Haal -en eraf > LACHEN 
3. Kijk naar de laatste letter die overblijft > lacH
4. Staat deze letter in 't ex-kofschip?
Ja > stam+ te(n)    = ik lachte / wij lachten
Nee > stam+de(n)

Slide 7 - Tekstslide

Dus nog 1x...
Tegenwoordige tijd: ALTIJD stam, stam+t of hele ww
Verleden tijd: klankverandering of stam+te(n)/stam+de(n)
Voltooid deelwoord: maak het woord langer om een -d/-t aan het eind te horen

Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
ALTIJD stam, stam+t of hele ww

stam = (ik) weiger
De hond > stam+t > dus weigert

Slide 9 - Tekstslide

Verleden tijd
klankverandering of stam+te(n)/stam+de(n)

Stam = kleed   > stam+de =  kleedde

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Maken H6 de oefentoets, daarna oefenen op www.jufmelis.nl (zie Classroom)

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Open vraag