Carnaval

Carnaval
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Carnaval

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
uitleg
zelfstandig werken
Les afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Doel

Slide 3 - Tekstslide

Wat is carnaval?
Carnaval en haar oorsprong - Karnevalswierts
Betekenis carnaval en vastelaovend
Dit betekent letterlijk "vlees" en "vaarwel" en is een verwijzing naar de vastenperiode. Een andere uitleg zou zijn dat het woord carnaval is afgeleid van de woorden "carne valere", wat "vlees regeren" betekent en verwijst naar de periode waarin vlees regeert.

Slide 4 - Tekstslide

Carnaval
Carnaval is van oorsprong een gekerstend heidens volksfeest. Het valt binnen de christelijke traditie op de zondag, maandag en dinsdag direct voorafgaand aan de vastentijd van 40 dagen.[1] In Nederland wordt het van oorsprong alleen door katholieken gevierd, voornamelijk in het zuiden en delen van het oosten. Ook in België[2] en het katholieke Rijnland in Duitsland wordt uitbundig carnaval gevierd. Carnaval is bij uitstek het feest van zotheid, spot en uitbundigheid. Inmiddels is het in verschillende plaatsen in Nederland een gebruik om carnaval op carnavalsvrijdag te openen.

Slide 5 - Tekstslide

As woensdag
Op Aswoensdag wordt carnaval afgesloten, maar de tradities verschillen per regio. In Limburg wordt carnaval ook wel vastelaovend genoemd, vernoemd naar de avond voor aanvang vastentijd. Het Limburgs carnaval is meer verwant aan het Venetiaans carnaval. In het overgrote deel van Noord-Brabant wordt er afgesloten met worstenbrood, koffie Schrobbelèr soms met een Brabantse koffietafel. In de regio's van Bergen op Zoom en Woudrichem, waar nog visserijen zijn gevestigd, worden meer visproducten gegeten.

Slide 6 - Tekstslide

Carnavalsfeest van vroeger

Slide 7 - Tekstslide

Plaatsjes

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Zelfstandig werken
Voorbeelden 

timer
40:00

Slide 11 - Tekstslide

Les afsluiten 
Doel behaald?
Wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan er een andere les beter?

Slide 12 - Tekstslide