Vervolg woordvolgorde: zinsdelen herkennen

Bonjour !
Bonjour!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour !
Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Woordvolgorde Franse zin:
Pierre      veut aller          à Québec        en avion.

onderw      werkw                 plaats               manier

Slide 2 - Tekstslide

Het doel van deze les:
Aan het eind van de les kan ik de zinsdelen in een Franse zin herkennen en benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Om een goede Franse zin te maken, in de goede woordvolgorde, moet je de verschillende zinsdelen (zoals onderwerp, persoonsvorm, plaatsbepaling etc) kunnen herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

  1.  Persoonsvorm
  2.  Rest van de werkwoorden, als die er zijn
  3. Onderwerp
  4. Lijdend voorwerp
  5. Meewerkend voorwerp (als die er is)
  6. Bepaling van plaats en/of tijd (als die er is)
  7. Manier (dus: hoe, waarom of wanneer)


STAPPENPLAN ZINSDELEN: 
in welke volgorde zoek je ze op?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je de zinsdelen?
Onderwerp: Wie of wat + persoonsvorm + andere werkwoorden
Lijdend voorwerp: Wie of wat + persoonvorm + onderwerp?
Meewerkend voorwerp: Aan / voor wie of wat + werkwoorden + onderwerp (+ lijdend voorwerp)
Plaats en tijd: Waar? Wanneer?

Slide 6 - Tekstslide

woordvolgorde Frans
(plaats/tijd)  +  ow  +  alle werkwoorden  +  lv/mv  + (plaats/tijd) + manier

Morgen ga ik een jurk kopen.
Demain    je    vais acheter    une robe.
tijd    ow    alle werkwoorden   lv 

Slide 7 - Tekstslide

Ontkennend maken (woordje 'niet' gebruiken):
ne of n' voor de persoonsvorm
pas achter de persoonsvorm

Pierre habite à Québec.
Pierre n'habite pas à Québec.
Marie veut aller à Paris
Marie ne veut pas aller à Paris

Slide 8 - Tekstslide

Meerdere ontkenningen:
Die gebruik je op dezelfde manier:
ne / n'......jamais = nooit -> Je ne peux jamais avoir un bonbon
ne / n'........plus = niet meer ->Je ne veux plus de exercises
ne / n'......rien = niets -> Je n'ai rien à faire.

Na ne .... pas en ne ..... plus gebruik je de  als je anders een lidwoord zou gebruiken!!

Slide 9 - Tekstslide

Exercise:
Madame Otten met un exercise sur SOM!

Fais l'exercise et mardi on va corriger.

Slide 10 - Tekstslide