GC OR13 les 6

English
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

English

Slide 1 - Tekstslide

Planning
New words

Listening
Workbook 
Test: irregular verbs
Kahoot

Slide 2 - Tekstslide

New words
Museum - museum                           Train station - treinstation
Hospital - ziekenhuis                        Swimming pool - zwembad 
Cinema - bioscoop                             Zoo - dierentuin
Library - bibliotheek                          Restaurant - restaurant
Bakery - bakkerij                                 Market - markt
Park - park                                              Car park - parkeerplaats
Pharmacy - apotheek                        Square - plein

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

While A1 is listening, A2 can fill in the worksheet.

Finished? Workbook P. 100+101

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

While A2 is listening, A1 can make workbook P. 48+49

Slide 7 - Tekstslide

Comparisons (A2)
We gebruiken vergelijkingen om te laten zien hoe dingen verschillen van elkaar: 

Tall - taller - the tallest
Smart - smarter - the smartest
Beautiful - more beautiful - the most beautiful
Expensive - more expensive - the most expensive



Slide 8 - Tekstslide

Vergrotende trap
Gebruik je om twee dingen te vergelijken.

Bij korte woorden: –er erachter.
small → smaller

Bij langere woorden (2+ lettergrepen): more + woord
more amazing

This book is more interesting than that one.

My house is bigger than yours.

This book is more interesting than that one.

Slide 9 - Tekstslide

Overtreffende trap
Gebruik je om 3 of meer dingen te vergelijken

Bij korte woorden: the + –est
the smallest

Bij langere woorden: the most + woord
the most amazing

This is the most popular song.

Slide 10 - Tekstslide

Test A1
Verleden tijd van

- to be - was / were
- begin - began
- bring - brought
- build - built
- come - came
- cost - cost
- do - did
- drive - drove

Test 2
Verleden tijd van
- become - became
- blow - blew
- break - broke
- buy - bought
Voltooid deelwoord van
- bite - bitten
- choose - chosen
- bet - bet
- eat - eaten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link