Form toets H5 en H6

Form toets H5 & H6
Formatieve toets H5 (planten) & H6 (ecologie)
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Form toets H5 & H6
Formatieve toets H5 (planten) & H6 (ecologie)

Slide 1 - Tekstslide

Sleep naar de goede plaats
Stijl
Stempel
Kroonblad
Meeldraad
Kelkblad
Vruchtbeginsel
Zaadbegindel

Slide 2 - Sleepvraag

Hoe noemen we de felgekleurde blaadjes van een bloem?
A
kroonbladeren
B
kelkbladeren
C
stamper
D
meeldraden

Slide 3 - Quizvraag

Een vos eet een koolmeesje die weer de rupsen eet op een eikenboom. de rups eet de eikenboomblaadjes
A
Eikenboom -> rups -> koolmeesje -> vos
B
Eikenboom -> koolmeesje -> rups -> Vos
C
Vos -> koolmeesje -> rups -> eikenboom
D
Eikenboom <- rups <- koolmeesje <- vos

Slide 4 - Quizvraag

In welke vier groepen kunnen organismen worden ingedeeld?

Slide 5 - Open vraag

Hoe wordt een tabel genoemd waarmee je de naam van organismen kan vinden?
A
namentabel
B
determineertabel
C
directeuttabel
D
kenmerkenlijst

Slide 6 - Quizvraag

Waar behoren planten bij?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 7 - Quizvraag

Waar behoren bacteriën bij?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 8 - Quizvraag

Waar behoren Schimmels bij?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 9 - Quizvraag

Waar behoren luizen bij?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 10 - Quizvraag

Waar behoren lieveheerstbeestjes bij?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 11 - Quizvraag

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe heet deel 1?
Heb je deze vraag fout? oefen dan eerst nog de onderdelen van de bloem voor je verder gaat!!
A
stempel
B
stamper
C
vruchtbeginsel
D
stijl

Slide 13 - Quizvraag

Een lila bloem
met groene
bladeren
Je ziet
A
6 meeldraden 1 stamper
B
6 stampers 1 meeldraad
C
6 meeldraden 1 stamper gekleurde kelkbladeren
D
6 meeldraden 1 stamper groene kroonbladeren

Slide 14 - Quizvraag

Je ziet hier een doorgesneden appel. Hoeveel bevruchtingen moeten hier minimaal hebben plaatsgevonden
Je ziet twee zaden. Voor ieder zaad moet er 1 bevruchting plaatsvinden. Dus minimaal 2 bevruchtingen.
Het kunnen er meer zijn, maar dat weet je niet zeker: die zaden kunnen we op het plaatje niet zien
A
1
B
2
C
3
D
Dat kan je niet weten

Slide 15 - Quizvraag

waarvoor heeft de plant water nodig
A
voor mineralen
B
tegen de dorst
C
daarom
D
voor fotosynthese

Slide 16 - Quizvraag

waarvoor heeft de plant mineralen nodig
A
voor fotosynthese
B
Mineralen? wat is dat?
C
daarom
D
voor het maken van eiwitten

Slide 17 - Quizvraag

Waar staat de plant het teveel aan zuurstof af?
A
huidmondje
B
wortel
C
blad
D
stengel

Slide 18 - Quizvraag

Hoe komt het water van de wortel bij de bladeren?
Vul in wat bij de stippellijn had moeten staan.

De plant neemt water op in de 1............. Doordat de 2.................. open staan verdampt er water. Hierdoor wordt het water omhoog gezogen

Slide 19 - Open vraag

Een plantencel heeft als enige...
A
Celmembraan
B
Bladgroenkorrels
C
Vacuoles
D
Celwand

Slide 20 - Quizvraag

Noem alle onderdelen van een plantencel.

Slide 21 - Open vraag

Wat is de plantencel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Welk onderdeel van de plantencel 'regelt' wat er allemaal gebeurt?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celbol
D
Celkern

Slide 23 - Quizvraag

windbloem
Insektenbloem

Slide 24 - Sleepvraag

Een kat loopt buiten op straat met een dood vogeltje in de bek terwijl het regent. Noem de biotische factor(en)

Slide 25 - Open vraag

Wat is het biotoop van een vos?
A
Bos
B
Woestijn
C
Weide
D
Toendra

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het biotoop van een Kameel
A
Bos
B
Woestijn
C
Toendra
D
Weide

Slide 27 - Quizvraag

Een kat loopt buiten op straat met een dood vogeltje in de bek terwijl het regent. Noem de abiotische factor(en)

Slide 28 - Open vraag

Waar wordt water opgenomen
A
via het huidmondje
B
via de wortel
C
via de wortelharen
D
via de kraan

Slide 29 - Quizvraag

Waar wordt koolstofdioxide opgenomen
A
via het huidmondje
B
via de wortel
C
via de wortelharen
D
via de kraan

Slide 30 - Quizvraag

Producenten staan altijd aan het begin van een voedselketen. Welke organismen vormen altijd de laatste schakel in een voedselketen? Leg uit

Slide 31 - Open vraag

Insectenbloem
Windbloem
geen kroonbladeren
nectarkliertjes
meeldraden in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel kleverig

Slide 32 - Sleepvraag

Heeft geen kroonbladeren.
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 33 - Quizvraag

Is een felgekleurde bloemkroon een kenmerk van een insectenbloem of een windbloem?
A
insectenbloem
B
windbloem

Slide 34 - Quizvraag

De meeldraden zijn groot en veervormig

A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 35 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

BOVEN: insectenbloem

ONDER: windbloem


A
waar
B
nietwaar

Slide 36 - Quizvraag

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 37 - Quizvraag

Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
vacuole
B
cytoplasma
C
celwand
D
celkern

Slide 38 - Quizvraag

Waar in de plantencel vindt fotosynthese plaats?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole

Slide 39 - Quizvraag

Waar in een plantencel zit het celmembraan?


A
aan de buitenkant tegen de celkern
B
tegen de vacuole aan
C
aan de buitenkant van het cytoplasma
D
aan de buitenkant van de celwand

Slide 40 - Quizvraag

Hoe heet het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem?
A
meeldraad
B
stamper
C
stempel
D
eicel

Slide 41 - Quizvraag

Uit welk deel groeit de vrucht?
A
1
B
2
C
6
D
7

Slide 42 - Quizvraag

Bij bestuiving komt stuifmeel op .... van een bloem
A
Het vruchtbeginsel
B
De kroonbladeren
C
De stijl
D
De stempel

Slide 43 - Quizvraag

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 44 - Sleepvraag

Wat is bestuiving
A
Dat er een stuifmeelkorrel op de stempel komt
B
Dat de eicel wordt bevrucht
C
het zaadbeginsel wordt bevrucht
D
Dat er een stuifmeelkorrel op de stempel van een plant van dezelfde soort komt

Slide 45 - Quizvraag

Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 46 - Quizvraag

Bij fotosynthese ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water

Slide 47 - Quizvraag

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.

Slide 48 - Quizvraag

+
+
+
Fotosynthese
Koolstofdioxide
Glucose
Water
Zuurstof
Licht

Slide 49 - Sleepvraag

Floortje koopt een bos rozen en zet deze meteen in een vaas voor het raam. Kan er in de bladeren aan de rozentak fotosynthese plaatsvinden? en verbranding?
A
geen van beide
B
alleen fotosynthese
C
alleen verbranding
D
zowel fotosynthese als verbranding

Slide 50 - Quizvraag